Methodiek - H13 Activeren, plannen, uitvoeren (les 4)

Methodiek 
13.4 Uitvoeren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Methodiek 
13.4 Uitvoeren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik
  • 13.4
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Leren hoe je zelfstandig met de bus van huis naar de dagbesteding.
Knippen en plakken.
Het verzorgen van de nagels.
Vormings- of educatieve activiteiten
Ontwikkelingsgerichte activiteiten
Zelfzorgactiviteiten

Slide 3 - Sleepvraag

Samen met een cliënt kies je voor een bepaalde activiteit. De voorbereiding op de activiteit is de belangrijkste fase. De keuzes die je maakt, leg je vast in een plan.

Waarom is het maken van een plan als voorbereiding op de activiteit belangrijk?
timer
0:30
A
Omdat dit ervoor zorgt dat je alle stappen zet die nodig zijn om de activiteit succesvol uit te voeren.
B
Omdat evalueren zonder werkplan onmogelijk is.
C
Omdat je daarmee je cliënten goed kunt voorbereiden en motiveren om aan de activiteit mee te doen.

Slide 4 - Quizvraag

timer
1:00
Wat komt er volgens jou kijken bij het uitvoeren van een activiteit?

Slide 5 - Woordweb

Uitvoeren
Voordat je daadwerkelijk aan een handeling of activiteit begint, doe je het volgende:
  • De cliënt(en) motiveren 
  • Cliënt(en) voorbereiden
  • Vertellen wat er gaat gebeuren en hoe (instructies en uitleg)

Slide 6 - Tekstslide

Wat motiveert jou om in beweging te komen?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Motiveren 
Je bent continu bezig met het motiveren en stimuleren van cliënten. 

Je bereidt de cliënt voor op dat er iets gaat gebeuren en dat er verwacht wordt om iets te gaan ondernemen. De volgende vragen kun jij jezelf stellen:
  • Hoe lang van te voren en op welk moment kaart ik aan dat ik de activiteit wil doen?
  • Hoe kaart ik het aan?
  • Hoe zullen de cliënten mogelijk reageren en hoe bereid ik me daarop voor?
  • Herhaal ik later nog iets?


Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou jij de cliënt gaan motiveren om deel te nemen aan de activiteit of handeling?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

timer
1:00
Waar moet volgens jou een goede instructie aan voldoen?

Slide 10 - Woordweb

Instrueren
Nadat je alles hebt geplant, volgt het instrueren of uitleggen.

Je vertelt wat er precies gaat gebeuren, wie wat doet en op welke manier.

Bij het instrueren, hangt het van de cliënt of cliëntgroep af wat en op welke manier je vooraf uitlegt over wat er gaat gebeuren.

Sommige willen stap voor stap weten wat er komen gaat terwijl de andere er juist onzeker van wordt.



Slide 11 - Tekstslide

timer
1:00
Op welke wijze kun je instrueren?

Slide 12 - Woordweb

Verschillende manieren van instrueren 
  • Verbaal, mondeling en/ of schriftelijk
Je kunt het uitleggen en gebruik maken van een boek/blaadje waar het op staat beschreven. Denk ook aan schema en plaatjes.
  • Voordoen of demonstreren
Je doet het voor hoe het moet en of laat een filmpje zien
  • Samen doen
  • Stap voor stap:
Soms is het beter een grote activiteit of handeling op te delen in deelactiviteiten of deelhandelingen. Elk deel kan dan afzonderlijk worden uitgelegd, voor gedaan of samen gedaan.

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is volgens jou een draaiboek?

Slide 14 - Woordweb

Draaiboek
Bij grote activiteiten maak je gebruik van een draaiboek.

Bij kleine activiteiten heb je voldoende aan een activiteitenschema.

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens de uitvoering van een activiteit is het belangrijk om steeds te evalueren. Misschien moeten de doelen bijgesteld worden.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag & huiswerk
  • Opdracht in tweetallen in break-out rooms
  • Huiswerk: alle opdrachten niveau 3 & 4 van 3.13 + Test je kennis over activeren, plannen en uitvoeren in thieme

Slide 17 - Tekstslide

Je instrueert cliënten altijd eerst voordat je daadwerkelijk aan de uitvoering van een activiteit begint.

Op welke 3 manieren kun je cliënten instrueren? Leg dit uit aan de hand van een praktijkvoorbeeld.

Slide 18 - Open vraag

Bij het organiseren van grote activiteiten maak je een draaiboek. Waarom is het van belang dat je dan een draaiboek gebruikt?

Slide 19 - Open vraag