Hoe maak ik een activiteiten plan

Hoe maak ik een activiteiten plan

Mens en activiteit

Activiteiten voorbereiden.

Doelen:

De leerling kan online inloggen in de methode.

De leerling weet wat de ontwikkeling van de baby, peuter en kleuter op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied.

De leerling gaat een activiteit ontwikkelen voor een doelgroep naar keuze.

Voorbereiding activiteit:

Waar moet je allemaal over nadenken bij de voorbereiding van een activiteit?

Recreatieve activiteiten/doelen:

Wat is recreatie?

Waarom is recreatie?

Soorten activiteiten.

Doel van de activiteiten.

Doelgroepen:

Wie is je doelgroep?

Waar moet je dan over nadenken?

Brainstorming:

Wat is een opdrachtgever?

Wat is brainstorming?

Waar moet je dan over nadenken?

Woordspin.

Activiteit kiezen:

Belangrijk de 5w's:

wie, wat, waar, wanneer, waarom.

Invullen van een activiteitenvoorbereidingsformulier.

Draaiboek uitvoering:

Waarom nodig?

Wat staat er in een draaiboek?

• Individuele en groepsactiviteiten
• Sport activiteiten
• Sociale activiteiten
• Educatieve activiteiten
• Recreatieve activiteiten
• Creatieve activiteiten
• Dramatische expressie
• Woonactiviteiten 
• Verzorgende activiteiten
  

Individueel 

• 1 op 1
• Aandacht volledig richten op 1 client

Groep

• Groep
• Aandacht verdelen
• Clienten kunnen elkaar stimuleren en motiveren, demotiveren 
  

Wat gaan jullie doen?

- Een activiteit organiseren 

- Voor wie? 

- Wanneer?

- Met wie?

- Wat is het doel?

- Tijdsduur

------> DRAAIBOEK MAKEN

Het DRAAIBOEK

 Methodisch werken

1. Beginsituatie bepalen

2. Doel beschrijven

3. Activiteit uitkiezen

4. (Activiteit uitvoeren)

draaiboek presenteren 

5. Activiteit evalueren 

Draaiboek maken

Wat is een draaiboek?

Overzichtelijk schema waarin in beschreven
staat wat er moet gebeuren  voor, tijdens en
na een evenement of activiteit.

Belangrijk bij activiteiten organiseren :

• Doel van de activiteit
• wat wil en kan de doelgroep
  
• budget
  
• aansluiten bij de leeftijd?
• voldoende hulp /begeleiding?
• speciale behoeften ( bijv. allergieën)     

3 verschillende draaiboeken:

- voorbereidingsdraaiboek

- uitvoeringsdraaiboek

- opruim draaiboek

Wat staat er in?

.

De activiteit	Wat?
Doelgroep	Voor wie?
Periode	Wanneer?
Materialen&voorzieningen	Wat heb je nodig?
Medewerkers	Hoe veel? Welke taken?
Tijdsplanning	Wat doe je wanneer?
Budget	N.V.T. voor deze opdracht

Voorbeeld

De 6 W vragen/ de 6 W's:

- wie is ermee geholpen?
- waarom help ik?

- wat moet er gebeuren?
- welke manier kies ik om te helpen?
- waar moet het gebeuren?
- Wanneer moet het gebeuren?

Planmatig werken

Onderwerpen:

terugblik vorige les: Waarom zijn protocollen belangrijk?

deze les: werken volgens plan en SMART

Wat is planmatig werken?

* Werken volgens een vast plan = werkplan

* Je wilt doel(en) bereiken

* Als je werkt volgens werkplan, dan worden de werkzaamheden goed:

a. voorbereid

b. uitgevoerd

c. geëvalueerd

Noem voorbeelden van werkplanningen?

6 W-vragen

* Wie

* Wanneer

* Wat

* Welke

* Waar

* Waarom 

De kenmerken van planmatig werken zijn:

1. productmatig, bewust, doelgericht en gestructureerd
2. doelgericht, procesmatig, onbewust en gestructureerd
3. gestructureerd, doelgericht, procesmatig en bewust
4. onbewust, productmatig, gestructureerd en doelgericht

Noem 3 voordelen van planmatig werken?

Uit welke 3 fasen bestaat een werkplan?

Wat is een voordeel van een goede voorbereiding?

De tweede fase bestaat uit de uitvoering, hierbij toon je een professionele houding. Noem 5 voorbeelden van een professionele houding?

Noem 4 problemen die zich kunnen voordoen tijdens de uitvoering?

Reflecteren

= het nadenken over je eigen handelen.

* Wat ging er goed en wat kan er verbeterd worden in je eigen handelen?

* Je denkt na over;

- wat je doelen zijn;

- welke keuzes je gemaakt hebt;

- welke vaardigheden je gebruikt hebt en of je dat goed af ging;

- hoe je reageerde je op bepaalde situaties;

- hoe voelde je bij bepaalde situaties

Wat evalueren je?

- Heb ik mijn (werk)doelen behaald?

- Wat ging er goed en wat ging er minder goed bij het uitvoeren?

- Waar kan ik het plan (eventueel) aanpassen?

- Kan ik nog efficiënter werken?

- Waaruit bleek dat de zorgvrager tevreden was?

- Heb ik voldoende geluisterd naar de wensen en behoeften van de zorgvrager? Waaruit bleek dit?

- Waren de materialen en middelen voldoende en in orde?

Wat doe je als je een werkplan beoordeelt?

1. Je beoordeelt of het werkplan netjes en in goed Nederlands is geschreven.
2. Je beoordeelt of je de bepaalde taken in het werkplan moet aanpassen.
3. Je beoordeelt of je de taken in het werkplan kunt uitvoeren?
4. Je beoordeelt of je het werkplan leuk vindt om uit te voeren.

Waarom is het belangrijk dat je het werkplan van tevoren goed doorleest?

1. Je komt erachter of er nog onduidelijkheden zijn.
2. Je komt erachter of je de taak leuk vindt om uit te voeren.
3. Je komt erachter of je genoeg tijd hebt voor de taak.
4. Je komt erachter of je taken moet aanpassen.

Wat doe je als er tijdens de uitvoering achter komt dat bepaalde stappen niet meer kloppen?

1. Je geeft dit door aan je leidinggevende.
2. Je maakt een nieuw werkplan.
3. Je past het werkplan aan.
4. Je slaat de stap over.

Wat is reflecteren?

1. nadenken over een actie die is geweest
2. nadenken over een actie die je moet uitvoeren
3. nadenken over een actie die je niet hebt uitgevoerd
4. nadenken over een actie van een collega

Waarover denk je na tijdens het reflecteren? 3 antwoorden zijn mogelijk.

1. Je denkt na over de reacties
2. je denkt na over de materialen die je moet verzamelen
3. je denkt na over je doelen
4. je denkt na over je gevoel bij bepaalde acties

Wat is evalueren?

1. evalueren is het beoordelen van jouw gedrag tijdens een actie
2. evalueren is het beoordelen van het gedrag van een collega
3. evalueren is het bepalen van andere werkzaamheden
4. evalueren is het bepalen van de waarde van een actie

Wat is een voordeel van evalueren?

1. Het kost weinig tijd.
2. Je behaalt de doelen.
3. Je leert je collega's kennen.
4. Je verbetert je werk.

Waarom evalueer je?

1. om te ontdekken hoe je collega's reageerden
2. om te ontdekken wat anderen van je plan vonden
3. om te ontdekken wat er niet goed is gegaan.
4. om te ontdekken wat je boelde tijdens de werkzaamheden.