Formuleren: variatie in zinsopbouw

10 minuten lezen
timer
2:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 
  1. Hoe zat het ook alweer met: het vervoegen van Engelse werkwoorden?
  2. Huiswerk nakijken
  3. Formuleren: variatie in zinsopbouw
  4. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Vervoegen van Engelse werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Waar? 
Bladzijde 66 tot en met 67

Waarover?
De vervoeging van Engelse werkwoorden

Welke opdracht?
1 tot en met 4



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  • 1Tot vorige week carpoolde Frits met zijn collega Mirte.
  • 2 Onze nieuwe buurvrouw jogt elke morgen van 7 tot 8 uur.
  • 3 Suus zapt bij elke reclame naar een andere zender.
  • 4 Tot grote ergernis boycotte een van de kandidaten gisteren de opdracht.
  • 5 Tegenwoordig faxt men eigenlijk nog nauwelijks.
  • 6 Stiekem downloadde Loic jarenlang misdaadfilms.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • 1 pvtt  appt
  • 2 vd  geshorttrackt
  • 3 pvvt  barbecuede
  • 4 pvvt  finishte
  • 5 vd  gehockeyd
  • 6 vd  gegrild

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
  • 1 Evert crosst op zijn mountainbike over het smalle bospad. onjuist – Het moet zijn crost; de extra s is niet nodig voor de uitspraak.
  • 2 Van haar spaargeld heeft Marieke in de herfstvakantie uitgebreid geshopt. juist – De p zit in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p en de extra p is niet nodig voor de uitspraak.
  • 3 Christine showdt vol trots haar nieuwe outfit aan haar vriendin. onjuist – Het moet zijn showt: ik-vorm + t.
  • 4 Flirte jij vrijdagavond zonder blikken of blozen met de broer van Simon? onjuist – Het moet zijn flirtte: ik-vorm + te.
  • 5 In de kantine van de korfbalclub werd enthousiast gebingoot. onjuist – Het moet zijn gebingood: als de uitgang op een klinker eindigt, krijg je een d bij de vt en het vd.
  • 6 Niet iedereen wordt graag getagd in een foto op Facebook. juist – De g zit niet in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert over variatie in zinsopbouw

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

synoniemen
  • Woorden die hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.
  • smerig - vies
  • snel - vlug
  • somber - verdrietig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Varieer in zinsopbouw met O, P en A
Zinsopbouw = de volgorde van zinsdelen in een zin

Om je tekst aantrekkelijk te maken, kun je de volgorde van de zinsdelen aanpassen.

We gebruiken tijdens formuleren de zinsdelen O, P en A.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zinsdelen zou ik bedoelen met O, P en A? Waar staan deze letters voor, denk je?
  • Onderwerp
  • Persoonsvorm
  • Ander zinsdeel
Zinsopbouw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Varieer in zinsopbouw met O, P en A
  • O = onderwerp
  • P = persoonsvorm
  • A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)
De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.
Schrijf dit op! (PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp)
Zou je willen zitten? (POA, altijd een vraagzin!)
Ik wil graag dat je gaat zitten. (OPA)
Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. (APO)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke volgorde heeft onderstaande zin?
Gisteren hebben we patat gegeten.
A
OPA
B
PA
C
APO
D
POA

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Waar? 
Bladzijde 62 tot en met 63

Waarover?
Variatie in zinsopbouw

Welke opdracht?
1 en 5



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies