1.4 to be +/-/?

1 / 12
volgende
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van to be in.
(it) cold today?

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste vorm van to be in.
I ___ at home now.

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste vorm van to be in.
They (not) Korean.

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm van to be in.
(there) a pen on the desk?

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm van to be in.
We ___ from Ukraine.

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm van to be in.
She (not) an English teacher.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide