Lesson 14: Prepare for skills test + Dictionary

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson aims:
- I know how to use a dictionary
- I know how to write an informal letter

Slide 2 - Tekstslide

How to use a dictionary 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tips
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 5 - Tekstslide

Stam van het woord

  • It was extremely cold outside.    stam = extreme
  • She loved her new phone.             stam = love
  • That is unfair.                                       stam = fair  
  • They are talking too much.           stam = talk

Slide 6 - Tekstslide

Translate the following words:
journey 
cultivate  
exchange
merchants
tribute

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

After this explanation I think I can use a dictionary.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

How to write an informal letter?

Slide 9 - Woordweb

Greeting 
In informal letters you can use various greetings:
Caution! They need to be in English
For Example: 
Hello aunt Carol, 
Hi Jim,
Dear Kate,

Slide 10 - Tekstslide

After the greeting
You ask how the other person is doing and say how you are doing. 
How are you? I am doing fine.
How have you been?
I hope you are doing well! 

Slide 11 - Tekstslide

Ending the letter
Pre-ending:
  • I hope to hear from you soon.
  • Looking forward to seeing you soon!
Ending:
  • Bye,
    Your name
  • Hugs and kisses,
    Your name
  • Love,
    Your name
  • With kind regards,
    Your name

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Let op!
Een informele brief:
- Persoonlijk
- Je begint de zinnen met een hoofdletter en eindigt met een punt.
- Je gebruikt geen afkortingen of 'slang'
Voorbeeld: I wanna = FOUT - I want to/I would like to
- Je gebruikt hele zinnen!
- I is altijd met een hoofdletter!

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf een brief
Je schrijf een brief aan een vriend of vriendin
1. Zorg voor een goede aanhef en afsluiting
2. Vraag hoe het met hem/haar gaat
3. Vraag wanneer ze/hij weer langskomt.
4. Vraag of hij/zij een cadeautje met zich meebrengt, bedenk zelf het cadeautje.
5. Vraag of ze zin heeft om in het weekend af te spreken.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

How do I start/end an informal letter?

Slide 16 - Open vraag