Kerstles 2e klas
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze
Slide 2 - Sleepvraag
bezittelijk voornaamwoord
(Haar)______ hermanas tienen 19 años.
(Haar)______ hermanas tienen 19 años.
Slide 3 - Open vraag
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Mijn) ___ abuelos viven en Granada.
Kies het juiste woord:
(Mijn) ___ abuelos viven en Granada.
Slide 4 - Open vraag
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Jullie) ___ hermana vive en Granada.
Kies het juiste woord:
(Jullie) ___ hermana vive en Granada.
Slide 5 - Open vraag
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Onze) ___ casas son blancas.
Kies het juiste woord:
(Onze) ___ casas son blancas.
Slide 6 - Open vraag
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Uw) ___ tíos hacen deporte.
Kies het juiste woord:
(Uw) ___ tíos hacen deporte.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Hoe vraag je in het Spaans hoe laat het is? (vergeet de accenten etc. niet!)
Slide 10 - Open vraag
NOEM DE JUISTE TIJD
11:45
11:45
Slide 11 - Open vraag
Schrijf de tijd voluit in het Spaans:
7:20
7:20
Slide 12 - Open vraag
Schrijf de tijd voluit in het Spaans
12.45
12.45
Slide 13 - Open vraag
Schrijf de tijd voluit in het Spaans
16.30
16.30
