8.2 (Bs2-1A)

Welcome!

Please take infront of you: Chapter 8.2 (p. 44)

Or a pen if you need to make the test!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Please take infront of you: Chapter 8.2 (p. 44)

Or a pen if you need to make the test!

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Schedule
  • Herkansing / zelfstandig werken
  • Grammar: Word order
  • Practice speaking in duo's

Slide 2 - Tekstslide

To do:
  • Make ex. 1 and 2 (p. 45)
  • Prepare ex. 5, 6 and the exam ex. (p. 47-49)
bekijk de instructies en maak het oefen materiaal

Slide 3 - Tekstslide

Imagine this:
Je loopt straks stage bij een bedrijf dat feesten organiseerd. Op een dag komt er een Engelse klant binnen. Je wilt hem/haar de volgende voorstellen doen:
  • Laten we het kantoor binnen gaan.
  • Wat vind je van een thema feest?
  • Waarom geven we het feest niet in club Kokomo?
  • Ik zie jullie daarom om 8 uur!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat vaak fout?

Slide 8 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: I have two sisters and a brother.
B: Oh! Also I have a brother!

Slide 9 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: I have two sisters and a brother.
B: Oh! Also I have a brother!
Het voorwerp van de zin staat meestal vooraan.


B: Oh! I also have a brother!

Slide 10 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: I really like your 
t-shirt!
B: Thank you, at H&M I bought it.

Slide 11 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: I really like your 
t-shirt!
B: Thank you, at H&M I bought it.
plaats en tijd komen bijna altijd aan het einde van de zin.


B: Thank you, I bought it at H&M.

Slide 12 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: What did you do yesterday?
B: I went shopping yesterday in Utrecht.

Slide 13 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: What did you do yesterday?
B: I went shopping yesterday in Utrecht.

Plaats komt altijd  voor tijd. (p voor t!)



B. I went shopping
in Utrecht yesterday.

Slide 14 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: Have you worked in a store before?
B: Yes! I have at mediamarkt worked.

Slide 15 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: Have you worked in a store before?
B: Yes! I have at Mediamarkt worked.

Alle werkwoorden komen altijd dicht bij elkaar te staan.


B: Yes I have worked at the Mediamarkt.

Slide 16 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: You’re report card looks really good! B: Thanks, I always have been a good student

Slide 17 - Tekstslide

Woordvolgorde
Wat gaat fout?

A: You’re report card looks really good! B: Thanks, I always have been a good student

woorden die altijd, vaak, regelematig, soms of nooit betekenen. komen voor het ww (na het hulp ww.)



B: Thanks, I have always been a good student.

Slide 18 - Tekstslide

To do:
Make exercise 3. (p 46.)
Practice speaking with a classmate:
exercise 4, 5, 6 and exam exercise.

I will ask a duo to show how it's done!

Slide 19 - Tekstslide

Imagine this:
Je loopt straks stage bij een bedrijf dat feesten organiseerd. Op een dag komt er een Engelse klant binnen. Je wilt hem/haar de volgende voorstellen doen:
  • Laten we het kantoor binnen gaan.
  • Wat vind je van een thema feest?
  • Waarom geven we het feest niet in club Kokomo?
  • Ik zie jullie daarom om 8 uur!

Slide 20 - Tekstslide

Have a great day!
Homework: all exercises of chapter 8.2

Slide 21 - Tekstslide