8.2 A+B (Bs2-1C)

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Welcome!

Please take infront of you: Chapter 8.2 (p. 44)

Lesson Schedule

• Vocabulary quiz (gele blokje)
• Work from the workbook.
• Grammar: Word order

Imagine this:

Je loopt straks stage bij een bedrijf dat feesten organiseerd. Op een dag komt er een Engelse klant binnen. Je wilt hem/haar de volgende voorstellen doen:

• Laten we het kantoor binnen gaan.
• Wat vind je van een thema feest?
• Waarom geven we het feest niet in club Kokomo?
• Ik zie jullie daarom om 8 uur!

Positief             Negatief

I'm sorry, I can't make it then.

I don't care about action movies

Let's go right away!I

I would like that!

Positief             Negatief

I can't be bothered about soccer.

I don't like your proposal at all.

That's an awesome idea.

I wouldn't mind.

To do:

• Make ex. 1 and 2, (p. 45) by yourself.  
• Make ex. 4 and 5, together with a classmate.

Done? Read the grammar discription. (p. 46)

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: I have two sisters and a brother.

B: Oh! Also I have a brother!

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: I have two sisters and a brother.

B: Oh! Also I have a brother!

Het voorwerp van de zin staat meestal vooraan.


B: Oh! I also have a brother!

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: I really like your 

t-shirt!
B: Thank you, at H&M I bought it.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: I really like your 

t-shirt!
B: Thank you, at H&M I bought it.

plaats en tijd komen bijna altijd aan het einde van de zin.


B: Thank you, I bought it at H&M.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: What did you do yesterday?
B: I went shopping yesterday in Utrecht.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: What did you do yesterday?
B: I went shopping yesterday in Utrecht.

Plaats komt altijd  voor tijd. (p voor t!)



B. I went shopping
in Utrecht yesterday.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: Have you worked in a store before?
B: Yes! I have at mediamarkt worked.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: Have you worked in a store before?
B: Yes! I have at Mediamarkt worked.

Alle werkwoorden komen altijd dicht bij elkaar te staan.


B: Yes I have worked at the Mediamarkt.

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: You’re report card looks really good! B: Thanks, I always have been a good student

Woordvolgorde

Wat gaat fout?

A: You’re report card looks really good! B: Thanks, I always have been a good student

woorden die altijd, vaak, regelematig, soms of nooit betekenen. komen voor het ww (na het hulp ww.)



B: Thanks, I have always been a good student.

To do:

Make exercise 3. (p 46.)

Done? go to: engelsklaslokaal.nl > oefenen met grammatica > overig > woordvolgorde

Imagine this:

Je loopt straks stage bij een bedrijf dat feesten organiseerd. Op een dag komt er een Engelse klant binnen. Je wilt hem/haar de volgende voorstellen doen:

• Laten we het kantoor binnen gaan.
• Wat vind je van een thema feest?
• Waarom geven we het feest niet in club Kokomo?
• Ik zie jullie daarom om 8 uur!

Have a great day!

Herkansing H7: Dinsdag 2 April

Herkansing Presentatie: Donderdag 28 maart

Welcome!

Please take infront of you: Chapter 8.2 (p. 44)

Important dates:

2nd of April: Herkansing H7
15th of April: Toets hoofdstuk 8


Testweek: Herkansing H8

Lesson Schedule

• Listening: Making plans + Asking for help.
• Speaking: Ex. 6 and the exam exercise.
• Group assignment: Making plans.

To do:
Check your answers in your workbook:
8.1 ex 1-5
8.2 ex 1-5

Done?
Work together with 2 classmates:
2 speak, 1 takes notes:
- What went well?

- Which words do you need to look up?

Cinema game

• Speak English only!
• Work together as a group.
• Find a movie (and a time!) that everyone would like to see according to your assingment cards.
• You're not allowed to show people your card.
• Need help? Ask your teacher!