In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Voorstelling Rabbit Hole
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Nabespreken voorstelling Rabbit Hole
Basis herhalen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de basisbegrippen (non-verbale en verbale uitingsmogelijkheden, 5 w's/spelgegevens) en kunt deze toepassen op de voorstelling Rabbit Hole
Je kunt de voorstelling Rabbit Hole nabespreken aan de hand van theaterbegrippen
Je kunt een eigen dialoog schrijven vanuit thematiek Rabbit Hole
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat heb je gezien?
Slide 5 - Woordweb
Rabbit Hole
Slide 6 - Tekstslide
Waar gaat Rabbit Hole over?
Slide 7 - Woordweb
Theaterbegrippen
En dan gaan we nu wat theaterbegrippen herhalen
Slide 8 - Tekstslide
Theatrale middelen?
Slide 9 - Woordweb
Theatrale middelen
- spelgegevens
- vormgevingsmiddelen
- mise-en-scene
Slide 10 - Tekstslide
Spelgegevens
Spelgegevens / 5 W’s:
Wie
Wat
Waarom
Waar
Wanneer
= basisaspecten van een speelverhaal of scene
Slide 11 - Tekstslide
Theatervormgeving
Decor
Rekwisieten / props
Kostuums
Hairstyling en grime
Licht
Muziek
Geluid
Video
Projecties
Slide 12 - Tekstslide
Theatervormgeving?
Slide 13 - Tekstslide
Theatervormgeving?
Slide 14 - Tekstslide
Teken mise en scene
Slide 15 - Tekstslide
Theatrale middelen
Spelgegevens
7 vormgevingsmiddelen
Mise en scene
- 5 W's
- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht - muziek - audiovisueel
- plaatsing op
de vloer
Slide 16 - Tekstslide
Dialoog - Monoloog
Een dialoog is een tekst geschreven voor 2 of meerdere personages
Een monoloog is een tekst voor 1 personage
Slide 17 - Tekstslide
Claus
Een dialoog bestaat uit clausen
A: Hoi, hoe is het? (= 1 claus)
B: Ja goed. (= 1 claus)
Dit zijn in totaal 2 clausen
Slide 18 - Tekstslide
Kijk naar de thematiek van Rabbit Hole Schrijf een dialoog waarbij Samy een conflict heeft met zijn zus. Doe het als volgt: - Schrijf de dialoog in zes clausen, waarbij het thema van de dialoog is: Wie kan ik online vertrouwen? - Verzin een ander conflict dan in de voorstelling wordt gebruikt.
Slide 19 - Open vraag
Presenteren dialoog
Presenteer je dialoog met een medeleerling
Slide 20 - Tekstslide
Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd
Slide 21 - Open vraag
Noem twee dingen waar je benieuwd naar bent bij de voorstelling