Thema 9 Blok 2 Vervoer LJ 2 HAVO

Thema 9 Grondstoffen
Blok 2 Vervoer
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 9 Grondstoffen
Blok 2 Vervoer

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over? 
Industrialisatie veranderde het Nederlandse landschap. 

Nieuwe uitvindingen op het gebied van vervoer maakte reizen sneller en makkelijker. Kanalen en spoorlijnen verschenen.

Tegenwoordig reis je in een paar uur van Groningen naar Maastricht. Dit duurde vóór de industriële revolutie een week. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Samen bekijken in GPL tool

Slide 3 - Tekstslide

Eerst even terug.....

Slide 4 - Tekstslide

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is turf? En waar werd dit voor gebruikt?

Slide 6 - Open vraag

In de winter werd er bijverdiend met spinnen en weven. Hoe heet dit?

Slide 7 - Open vraag

Waarom lagen industriegebieden vlakbij steenkoolmijnen?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet de grote verandering in de manier van produceren, van met de hand naar met machines?

Slide 9 - Open vraag

Waarom vonden Europese landen koloniën vroeger zo belangrijk?
A
Vanaf de 19e eeuw was er behoefte aan grondstoffen.
B
Vanaf de 19e eeuw was er behoefte aan buitenlandse arbeiders.
C
Europeanen wilden hun macht overzee uitbreiden.
D
Europeanen wilden afzetgebied voor hun producten.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen deze les
-Ik kan de definitie geven van: infrastructuur en tol.

-Ik kan uitleggen waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en op welke twee manieren hij dat deed.

Slide 12 - Tekstslide

'Kanalen'

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Kanalen
- Lees 'Kanalen' en 'Tol betalen'
- Schrijf in jouw aantekeningenschrift de begrippen infrastructuur en tol op met daarachter de beschrijving.
- Schrijf op waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en op welke twee manier hij dit deed. 

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak: opdracht 1 t/m 7



Slide 16 - Tekstslide

Terugblik doelen vorige les
-Ik kan de definitie geven van: infrastructuur en tol.

-Ik kan uitleggen waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en op welke twee manieren hij dat deed.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
- Ik kan de definitie geven import en export. 
- Ik kan benoemen wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein.
- Ik kan vertellen hoe een betere infrastructuur ervoor zorgde dat mensen zich verbonden voelden.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Spoorwegen
  • Fabrieken hadden steenkool en ijzererts nodig. Nederland importeerde  deze grondstoffen vanuit het buitenland. 
  • Het vervoer van deze goederen werd goedkopen door de aanleg van spoorlijnen
  • De eerste stoomtrein reed in 1839 tussen Haarlem en Amsterdam. 
  • Eind 19e eeuw is de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV

Slide 21 - Quizvraag

Koning Willem I kreeg de bijnaam 'koning-koopman'. Wat betekent die naam?
A
Dat Willem I veel spullen kocht.
B
Dat Willem I veel deed voor de handel.
C
Dat Willem I erg rijk werd.
D
Dat Willem I een absolute koning was.

Slide 22 - Quizvraag

Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?
A
Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
B
Subsidies geven aan fabrieken.
C
De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
D
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer werd de eerste spoorlijn geopend?
A
In 1839
B
In 1939
C
In 1739
D
In 2039

Slide 24 - Quizvraag

De eerste spoorlijn in Nederland werd aangelegd tussen
A
Amsterdam en Utrecht
B
Amsterdam en Rotterdam
C
Amsterdam en Den Haag
D
Amsterdam en Haarlem

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Aan de slag! 
Lezen: opdracht 8 t/m 11

Beschrijf onderstaande leerdoelen:
- Ik kan de definitie geven import en export.
- Ik kan benoemen wat er veranderde door de komst 
van de (stoom)trein.
- Ik kan vertellen hoe een betere infrastructuur ervoor 
zorgde dat mensen zich verbonden voelden.

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen vorige les
- Ik kan de definitie geven import en export. 
- Ik kan benoemen wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein.
- Ik kan vertellen hoe een betere infrastructuur ervoor zorgde dat mensen zich verbonden voelden.


Slide 28 - Tekstslide

Nationalisme: Eén land, één volk
 
Leerdoelen deze les





- Ik kan de definitie geven import en export. 
- Ik kan vijf manieren noemen waarop Willem I het nationalisme stimuleerde.  
- Ik kan benoemen wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein.
- Ik kan vertellen hoe een betere infrastructuur ervoor zorgde dat mensen zich verbonden voelden.
-Ik kan aan de hand van voorbeelden uit onze huidige samenleving
beargumenteren waarom nationalisme zowel positief als
negatief effect kan hebben.


Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

Schijf in je eigen woorden op wat nationalisme is.

Slide 31 - Open vraag


Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Vanaf wanneer komt het nationalisme opzetten in Europa?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 34 - Quizvraag


Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme

Slide 35 - Quizvraag

Aan de slag! 
Lezen: Tekst 'Eén land, één volk'
Maken: 12 t/m 16
Leerdoelen:
-Ik kan vijf manieren noemen waarop Willem I het 
nationalisme stimuleerde.
-Ik kan beschrijven hoe het leven van mensen veranderde 
in de negentiende eeuw.
-Ik kan vertellen hoe een betere infrastructuur ervoor 
zorgde dat mensen zich verbonden voelden.
-Ik kan aan de hand van voorbeelden uit onze huidige samenleving 
beargumenteren waarom nationalisme zowel positief als 
negatief effect kan hebben.


timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Eén land, één volk
  • Willem I werd in 1815 koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Maar inwoners voelden zich geen Nederlander.
  • Door de verbeterde infrastructuur voelden mensen zich meer met elkaar verbonden. 
  • Willem I wilde dat Nederlanders trots waren op hun land =>  nationalisme 
  • Geschiedenisverhalen, musea, kastelen en monumenten dragen bij aan dezeNederlandse trots.
  • Op scholen spraken kinderen voortaan verplicht de  Nederlandse taal.

Nationalisme was een verschijnsel dat in heel Europa voorkwam in de 19e eeuw

Slide 37 - Tekstslide

De grootste haven van Europa

Leerdoelen: 
- Ik kan de definitie geven van massagoederen en stukgoederen.
- Ik kan uitleggen waarom Rotterdam de grootste haven van Nederland werd en uiteindelijk in de top 10 van grootste havens van de wereld is komen te staan.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Sneller en goedkoper
Er zijn twee soorten  goederen in goederenvervoer: 
  1.   Massagoederen: Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd. Ze worden op het schip 'gestort'
  2.  Stukgoederen: losse of verpakte goederen zoals schoenen, zakken rijst, dozen kleding. Ze worden op het schip geladen in containers

Slide 40 - Tekstslide

Transport over land
Door de industrialisatie in de 19e eeuw:  Transportrevolutie: 
grondige verbetering van wegen en vervoermiddelen.

Er kwamen nieuwe transportmiddelen over land, zoals de trein, de fiets en de auto. Eerder kon je over land alleen te voet en te paard of met een koets reizen.



Slide 41 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij?

Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd. Ze worden op het schip 'gestort'

Slide 42 - Open vraag

Welk begrip hoort hierbij?

losse of verpakte goederen zoals schoenen, zakken rijst, dozen kleding. Ze worden op het schip geladen in containers

Slide 43 - Open vraag

De grootste haven van Europa
Lesbrief 'Maasvlakte in gebruik'

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Video