Architectuur les 2 en 3

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Architectuur les 2
Archaïsche periode
De monumentale bouwkunst ontwikkelde zich in de Archaïsche periode vanaf de 8e en de 7e eeuw v.Chr. door de bouw van tempels voor de goden, aanvankelijk met lemen of bakstenen muren, maar later met zuilen, balken en een houten dak. De houten elementen werden tegen het einde van de 7e eeuw door stenen elementen vervangen en er werden geleidelijk kostbaardere steensoorten als kalksteen en marmer gebruikt. De Dorische stijl had in het midden van de 6e eeuw op het vasteland en in Magna Graecia en de Ionische stijl op de kust van Klein-Azië zo veel invloed, dat men sindsdien van een Dorische en Ionische bouworde kan spreken.

Slide 2 - Tekstslide

Grieken
Akropolis (of acropolis) (Oudgrieks: ἡ ἀκρόπολις) betekent in het Grieks het hoogste punt van de stad en is de naam die in de poleis gegeven werd aan de stadsburcht of citadel. Het woord wordt correct uitgesproken met de klemtoon op de eerste o.

Slide 3 - Tekstslide

Romeinen

De bouwtypen van de Romeinen vereisten een meer gevarieerde en flexibele architectuur dan de Griekse architectuur. De Romeinse architectuur stelde de muur weer centraal, wat in de Oud-Griekse architectuur de zuil was. Ook legden ze zich toe op boogconstructies. Verder waren de Romeinse architecten meesters in het scheppen van binnenruimten, met name koepels, apsides en gewelven. De Romeinen zochten naar de mogelijkheid om koepelbouw toe te passen voor hun thermen, paleizen, villa’s en het Pantheon. Ze ontdekten hierbij dat gietbeton een zeer bruikbaar materiaal was voor gewelven. Beton was tussen de derde en eerste eeuw v. Chr. voortgekomen uit het bouwen met breuksteen en kalk dat bij de Romeinen gebruikelijk was, die in hun directe omgeving geen marmergroeven hadden zoals de Grieken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bouworden
In de Griekse bouwkunst onderscheiden we drie stijlen of orden:

1. De Dorische orde
 RMO De Dorische orde is de oudste van de drie bouworden. Deze bouwstijl is in de zesde eeuw v. Chr. ontstaan op de Peloponnesos. Tempels van deze orde zijn behalve in Griekenland ook in de oorspronkelijke Griekse koloniën langs de Middellandse-Zeekust te vinden. Na de vierde eeuw v. Chr. werd de Dorische stijl niet meer toegepast. 
Kenmerkend voor deze orde zijn zware bouwvormen en kleine overspanningen.
De bouwmeesters wisten in het begin namelijk nog niet zeker of de steenconstructie wel sterk genoeg zou zijn. Vanaf de vijfde eeuw v. Chr. werd de constructie lichter en werden de onderdelen slanker.
Zuilen van de Dorische orde hebben geen basement en vrij zware zuilschachten met aaneengesloten cannelures. Het eenvoudige kapiteel van de Dorische zuil wordt ook wel een schotelkapiteel genoemd. Tempels die in de Dorische orde gebouwd zijn, hebben meestal een fries dat opgedeeld is in metopen en trigliefen.

 









Slide 6 - Tekstslide

2. De Ionische orde
 In Turkije ontstond door de aanraking met andere culturen, zoals de Egyptische, een stijl die eleganter en weelderiger was dan de Dorische: de Ionische orde. De Ionische orde komt vooral voor op de Griekse eilanden van de Egeïsche Zee, maar ook op het Griekse vasteland. De Ionische zuil wordt bekroond door een gekruld voluutkapiteel en heeft - in tegenstelling tot de Dorische - wel een basement. 
Bij Ionische tempels bestaat de architraaf 
doorgaans uit drie horizontale balken 
en is het fries voorzien van 
een doorlopende reliëfvoorstelling.

Slide 7 - Tekstslide

De Korintische orde
 is pas in de vijfde eeuw v. Chr. ontstaan en is eigenlijk meer door de Romeinen dan door de Grieken toegepast. Deze orde lijkt veel op de Ionische, maar heeft een kelkvormig kapiteel met de bladervorm van een acanthusplant.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Teken de volgende begrippen in je schetsboek
Fries
Ionische, Korintische en Dorische orde
Dwarschip
Zijbeuk
middenschip

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide