laatste les

Welkom
VMBO-tl 
Economie 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
VMBO-tl 
Economie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marktvorm
Er zijn verschillende marktvormen.
  • Hoeveel aanbieders zijn er?
  • Hoeveel vragers zijn er?
  • Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concurrentiepositie
Verbeteren internationale concurrentiepositie:
  • Beter en/of goedkoper produceren
  • Onderwijs
  • Gezondheidszorg
  • Infrastructuur
  • Investeringen in innovaties

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

concurrentiepositie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in de ondernemingsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de schaatsmarathon is het prachtig weer. Het sportevenement wordt goed bezocht, waardoor de vraag naar broodjes worst hoger is dan Wilma had verwacht.
 Verschuift hierdoor de vraaglijn en zo ja, hoe?
 A De vraaglijn verschuift naar links.
 B De vraaglijn verschuift naar rechts.
 C De vraaglijn verschuift niet.

B

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.

Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag en de bijstand.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werknemersverzekering
WIA
Ziektewet
WW 
WWZ

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werknemersverzekeringen:
WW = voor werlozen
WIA = voor arbeidsongeschikten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premies volksverzekeringen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 loonkosten
brutoloon + vakantiegeld+ eventuele eindejaarsuitkering/bonus + sociale lasten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kartel
Verboden prijsafspraken = kartel

Reden → onderlinge concurrentie beperken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kartel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt

Slide 14 - Tekstslide

In een land zijn veel verschillende plekken waar je kunt werken. Er zijn ook veel verschillende mensen, met ieder hun eigen talenten en interesses. De bedrijven en overheid vragen voortdurend om zich heen of er mensen bij hen willen werken. De verschillende mensen bieden aan om bij bedrijven of de overheid te werken. 

Alle plekken waar je kunt werken en alle mensen die werk hebben of willen werken, noemen we de arbeidsmarkt. Op de arbeidsmarkt hebben we een vraagkant (de bedrijven vragen naar werknemers) en een aanbodkant (personen bieden hun werk en hun tijd aan).
Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geregistreerde werkloosheid
Alle werklozen die ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verborgen werkloosheid
Werklozen die niet ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele productie
Betaalde baan → formele sector

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector

Grijs werk: vrijwilligers werk of werk in huishouding → (ONBETAALD)


Zwart werk: niet geregistreerd, geen belasting + sociale premies, strafbaar → (BETAALD)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijemarkteconomie
Planeconomie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

privatiseren
Activiteiten overhevelen van de collectieve sector naar de particuliere sector.

Voordelen:
Minder kosten en organisatie voor de overheid.
Prijzen kunnen lager worden door marktwerking.

Nadelen:
Overheid verliest inspraak.
Sommige activiteiten kunnen ophouden met bestaan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profijtbeginsel/draagkrachtbeginsel
Draagkracht: De sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten 
(vb inkomstenbelasting)

Profijtbeginsel: De gebruiker betaalt. 
(vb: Hondenbelasting, parkeerheffing)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrotingstekort
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe belastingen
Voorbeelden van directe belastingen zijn:

  • Loon/inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte belastingen
Belangrijkste indirecte belastingen:
  • BTW (belasting toegevoegde waarde)
  • Accijnzen
  • Overige indirecte belastingen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatschuld? 
De overheid leent geld
Gevolg = De staatsschuld stijgt
--> De overheid is elk jaar extra geld kwijt aan rente en aflossing om de schulden af te betalen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BBP Bruto Binnenlands Product
= De totale waarde van de productie van een land
  •  Een stijging van het BBP = economische groei
  •  Een daling van het BBP = economische krimp

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde
____ +

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies