Hoofdstuk 11

Hoofdstuk 11
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
hoofdstuk 7 t/m 10?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve en particuliere sector
Begroting en schuld collectieve sector 
Loon- en inkomstenbelasting
Btw, accijnzen en autobelastingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve of publieke sector

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale zekerheid (sociale fondsen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe belastingen
Voorbeelden van directe belastingen zijn:

  • Loon/inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte belastingen
Belangrijkste indirecte belastingen:
  • BTW (belasting toegevoegde waarde)
  • Accijnzen
  • Overige indirecte belastingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belastingen zijn de belangrijkste bron van inkomsten voor de overheid. Om te bepalen hoeveel belasting je moet betalen, gelden drie belastingbeginselen

  1. Draagkrachtbeginsel (sterkste schouders dragen de zwaarste lasten)
  2.  Profijtbeginsel (je betaalt meer als je ergens meer gebruik van maakt)
  3. Solidariteitsbeginsel (belastingbetaler ondersteunt de zwakkeren)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve lastendruk
Alle belastingen & Sociale premies samen noemen we collectieve lasten. 

Berekening: 
Collectieve lasten/BBP * 100. 

Hogere CLD = grotere overheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van inkomensoverdracht?

  • Kindertoeslag
  • Huurtoeslag
  • Bijstandsuitkering

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te kort of overschot?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 EU                                              EMU

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei & Stabiliteitspact (EMU)
Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP
Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een overheidstekort ruilen over de tijd?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samen maken
11.7

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaslokaal experiment gevangenisdilemma 

Verplicht volgen:
Zaandam:
maandag 16 december 9.00 (D3.12)
dinsdag 17 december 12.30 (D3.10)
dinsdag 17 december 15.30 (D3.10)
Alkmaar:
maandag 16 december 15.30 (A2.04

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in de les maken
11.8/11.9/11.10

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 11
deel 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

progressieve inkomsten belastingen

hoe hoger je inkomen wordt hoe meer relatief in % je belasting betaald 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomstenbelastingen
Boxenstelsel

Box 1: inkomen uit werk ( en woning )
Box 2: investeringen ( BV, NV )
Box 3: inkomen uit vermogen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BOX 1
Werkt alleen met oude regelement!!!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schijvenstelsel  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting Box 3
Werkt alleen met oude regelement!!!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belastingtarieven 
Gemiddeld belasting % =
Belasting : Bruto inkomen X 100


Marginaal tarief =
Hoeveel % betaal je over je laatst verdiende euro belasting?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting toegevoegde waarde
  • Verkoopprijs = het bedrag dat ik als bedrijf ontvang ZONDER btw.
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw. (100% + 21% = 121%)
  • Dit is het bedrag dat ik als bedrijf ontvang MET btw.
  • Bedrijven moeten de btw afstaan aan de overheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accijnzen
Accijnzen: 
  • Belasting waarmee de overheid de consumptie van goederen afremt.
  • Tabak, alcohol en brandstof.

(verkoopprijs + accijns) x 1,21

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting op personenauto's
Als je een nieuwe auto koopt dan 
betaal je over de prijs btw. Daarnaast
betaal je ook bpm. Hoeveel dit is, is
afhankelijk van de CO2 uitstoot.




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorrijtuigenbelasting
Motorrijtuigenbelasting is een belasting die wordt betaald voor het bezit en gebruik van een motorvoertuig.

Slide 32 - Tekstslide

Leg uit wat 'motorrijtuigenbelasting' is en hoe het wordt berekend.
Samen maken
11.12

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaslokaal experiment gevangenisdilemma 

Verplicht volgen:
Zaandam:
maandag 16 december 9.00 (D3.12)
dinsdag 17 december 12.30 (D3.10)
dinsdag 17 december 15.30 (D3.10)
Alkmaar:
maandag 16 december 15.30 (A2.04

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken in de les
11.21/11.22/11.23

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies