In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Het interbellum
2.2 - Fascisme en Communisme
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
In deze paragraaf leer je:
- hoe Mussolini opkwam in Italië
- hoe Italië een totalitaire dictatuur werd
- hoe de Sovjeteconomie werd ontwikkeld
- hoe de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur werd
Kenmerkend aspect:
het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme
Slide 2 - Tekstslide
Fascisme
Slide 3 - Tekstslide
Italië na de Eerste Wereldoorlog
Vocht mee aan de kant van de Geallieerden
Na de overwinning volgden vredesonderhandelingen
Italië wilde gebiedsuitbreiding, maar kreeg te weinig.
Slide 4 - Tekstslide
Onvrede in Italië over
De onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Angst voor een communistische revolutie
Werkloosheid (ook onder oorlogsveteranen)
Slide 5 - Tekstslide
Fascisme
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 6 - Tekstslide
Knokploegen
Fasci di Combattimento (Zwarthemden)
Leider: Benito Mussolini
Gingen de straat op om te knokken met socialisten en communisten
Slide 7 - Tekstslide
Benito Mussolini
Mars naar Rome (1922)
Nationale Fascistische Partij
Met geweld grepen de zwarthemden in een aantal steden de macht
Mussolini dreigde om Rome te veroveren
Uit angst voor een burgeroorlog stuurde de koning de regering naar huis
Mussolini wordt premier (en later Duce)
Slide 8 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme
Antidemocratisch
Anticommunistisch
Eén leider
Militaristisch
nationalistisch
Slide 9 - Tekstslide
Totalitaire staat
Het leven van burgers wordt volledig beheerst door de staat.
De staat is het belangrijkste, iedereen moest meewerken
Geen individuele vrijheid (tegenstanders werden uitgeschakeld)
Het volk werdgeïndoctrineerdmet propaganda
Persoonsverheerlijking
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
1. Lees paragraaf 2.2 (t/m het kopje 'dictatuur in Italië'
2. Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 2.2
Slide 11 - Tekstslide
Het interbellum
2.2 - Fascisme en Communisme
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
nos.nl
Slide 14 - Link
Het interbellum
2.2 Fascisme en communisme
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
De Sovjet-Unie
Slide 18 - Tekstslide
Jozef Stalin
Leider, van de Sovjet-Unie (1928-1953)
Onder Stalin werd de communistische Sovjet-Unie een totalitaire samenleving.
Slide 19 - Tekstslide
De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij
Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten
Er was sprake van persoonsverheerlijking
(Stalin)
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
De Sovjeteconomie
Industrialisatiepolitiek van Stalin:
De industrialisatie gaat niet snel genoeg en daarom stelt Stalin een planeconomie in (vijfjarenplannen).
Het doel was om van de SU een sterke industriële mogendheid te maken.
De industrialisatie werd mogelijk gemaakt door de collectivisatie van de landbouw (boeren moeten zich aansluiten bij collectieve bedrijven -> kolchozen).
Veel boeren waren hier tegen (opstanden)
Slide 23 - Tekstslide
Veel boeren kwamen in opstand tegen de collectivisatie
Stalin greep hard in. Hij gaf de schuld aan de rijke boeren ('koelakken')
De dictator gaf bevel koelakken te liquideren
Communisten konden nu genadeloos jacht maken op zelfstandige boeren
Miljoenen boeren werden vermoord of gedeporteerd tijdens deze klopjacht
Holodomor in Oekraïne
Slide 24 - Tekstslide
Dictatuur in de Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie wordt een totalitaire dictatuur
Zelfs partijleden werden opgepakt en vermoord/gedeporteerd (de Grote terreur)
Stalinisme: communisme met extreme onderdrukking en persoonsverheerlijking door staatspropaganda
Geloof in 'vadertje Stalin', die zorgde voor het welzijn.
Slide 25 - Tekstslide
Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.
Slide 26 - Tekstslide
Showprocessen
Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.
Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!
Slide 27 - Tekstslide
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
In deze 'heropvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot.
Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.