dinsdag 11 februari 2025

Wat is de bedrijvende vorm van 'De bal wordt gegooid'?
A
Iemand gooit de bal.
B
De bal werd gegooid.
C
De bal is gegooid.
D
De bal gooit.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is de bedrijvende vorm van 'De bal wordt gegooid'?
A
Iemand gooit de bal.
B
De bal werd gegooid.
C
De bal is gegooid.
D
De bal gooit.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de lijdende vorm van 'Hij leest een boek'?
A
Een boek leest hij.
B
Hij leest een boek.
C
Hij leest boeken.
D
Een boek wordt gelezen door hem.

Slide 2 - Quizvraag

dinsdag 11 februari 2025
Vandaag herhalen we:

  • de spelling van werkwoorden 
  • de spelling van het meervoud van zelfstandige naamwoorden 

Slide 3 - Tekstslide

jij/je achter de persoonsvorm
Vorig jaar heb je geleerd: 

Bij jij/je schrijf je de ik-vorm + t.
Maar: als jij/je achter de persoonsvorm staat (én onderwerp is), dan schrijf je de ik-vorm.

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld
ik blijf                                  ik vind
jij blijft                                jij vindt
blijf je/jij?                          vind je/jij?

Slide 5 - Tekstslide

Je is het onderwerp van de zin, als je het kunt vervangen door jij.
Word je (= jij) boos? ond = je
Wordt je moeder boos? ond = je moeder
Twijfel je? Vervang het werkwoord dan door ‘lopen’.

Slide 6 - Tekstslide

meervoud znw
Bij de meeste woorden schrijf je en of s achter het enkelvoud. bord – borden
tafel – tafels

Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen. vraag – vragen
blik – blikken

Slide 7 - Tekstslide

Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je ’s.

opa – opa’s
ski – ski’s
piano – piano’s
accu – accu’s
hobby – hobby’s
(maar: deejay – deejays)

Slide 8 - Tekstslide

Een f wordt vaak een v.
Een s wordt vaak een z. golf – golven
buis – buizen

Als het woord eindigt op ee, schrijf je ën erachter. zee – zeeën

Soms vorm je het meervoud op een andere manier. Meestal hoor je dan wel hoe je het spelt. blad – bladeren /  schip – schepen.

Slide 9 - Tekstslide

Soms kun je het meervoud op twee manieren schrijven.
musea/museums     vitaminen/vitamines
appels/appelen

Van sommige woorden bestaat alleen een enkelvoud. sla, muziek, rijst

Van sommige woorden bestaat alleen een meervoud. kleren, paprikachips hersenen/hersens

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
B >  bladzijde 144-148: opdracht 1, 2, 3, 4, 5

K >  bladzijde 143-146: opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 11 - Tekstslide