Eerst de quizvragen over het huiswerk van vorige week. Als je je huiswerk gedaan hebt kun je het goede antwoord meteen vinden.
Dit telt mee voor participatie cijfer!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2.4
Het verhaal van Jona
quizvragen over huiswerk
quizvragen over Jona
huiswerkopdracht 10, 11, 12
Eerst de quizvragen over het huiswerk van vorige week. Als je je huiswerk gedaan hebt kun je het goede antwoord meteen vinden.
Dit telt mee voor participatie cijfer!
Slide 1 - Tekstslide
Waarom wil Nabot zijn wijngaard niet aan de koning verkopen?
A
hij is gehecht aan zijn wijngaard
B
het mag niet volgens het recht van de Tora
C
hij heeft een hekel aan de koning
D
alle drie zijn waar
Slide 2 - Quizvraag
Izébel redeneert volgens het alleenrecht van de Koning. Wat vindt zij er van?
A
Nabot heeft geen recht op de wijngaard
B
Achab moet de wijngaard kunnen kopen
C
De Tora is een slechte wet
D
Een koning hoeft zich niet aan de wet te houden
Slide 3 - Quizvraag
Welk van de 10 geboden wordt door Achab overtreden?
A
pleeg geen moord
B
je mag geen vals getuigenis spreken
C
wees niet jaloers op wat van een ander is
D
alle drie
Slide 4 - Quizvraag
Welk van de 10 geboden wordt door de Izébel overtreden?
A
pleeg geen moord
B
je mag geen vals getuigenis spreken
C
wees niet jaloers op wat van een ander is
D
A en B
Slide 5 - Quizvraag
Welk van de 10 geboden wordt door de getuigen overtreden?
A
pleeg geen moord
B
je mag geen vals getuigenis spreken
C
wees niet jaloers op wat van een ander is
D
A en B
Slide 6 - Quizvraag
Waarom is het terecht dat God de hele familie van Achab straft?
A
dat hoort bij de straf voor moord
B
de hele familie van Nabot is ook vermoord
C
hij straft alleen Achab en Izébel
D
God is gewoon heel boos
Slide 7 - Quizvraag
Wat is er ontdekt over de wijngaard van Nabot?
A
er zijn resten gevonden van een wijngaard op de juiste plek en uit de juiste tijd
B
er zijn opgravingen gedaan naar zijn wijngaard in Jizreël
C
er is een wijngaard opgegraven, maar die ligt niet in dat gebied
D
er is een wijngaard opgegraven, maar die komt uit een andere tijd
Slide 8 - Quizvraag
Nu een paar algemene quizvragen over het verhaal van Jona
Slide 9 - Tekstslide
Wat doet Jona als God hem roept om naar Ninevé te gaan?
A
hij gaat meteen
B
hij gaat er wel heen, maar met een omweg
C
hij verstopt zich
D
hij vlucht
Slide 10 - Quizvraag
Waarom wil Jona niet naar Ninevé gaan?
A
hij vindt het niet nodig
B
de mensen daar zijn vijanden
C
hij wil die mensen niet waarschuwen
D
alle drie zijn waar
Slide 11 - Quizvraag
Hoe zorgt God dat Jona toch naar Ninevé gaat?
A
hij stuurt een zware storm
B
hij laat Jona in zee gooien
C
hij stuurt een grote vis
D
alle drie zijn waar
Slide 12 - Quizvraag
Hoe loopt het af met de stad?
A
de mensen worden gered
B
God straft ze niet, omdat Jona voor hen bidt
C
God straft ze niet, omdat ze stoppen met kwaad doen
D
alle drie zijn waar
Slide 13 - Quizvraag
Waarom wilde God zo graag dat Jona naar Ninevé ging? Leg uit!
Slide 14 - Open vraag
Hoofdstuk 2.4
Het verhaal van Jona
Maak opdracht 10. Je leest het verhaal van Jona nog een keer voor jezelf door. Kies bij elk tafereel dat je leest een zin die het beste de betekenis van het tafereel weergeeft.
Lees nu het eerste tafereel (blz. 35).
Klik het juiste antwoord aan in de volgende pagina.
Slide 15 - Tekstslide
De betekenis van Tafereel 1 is...
A
Jona is moe van de reis en daarom slaapt hij door alles heen.
B
Jona slaapt, want hij wil niets zien en horen van andermans problemen.
C
Jona blijft liever slapen, omdat hij anders door de hoge golven zeeziek wordt.
Slide 16 - Quizvraag
Lees Tweede tafereel (blz. 36)
Slide 17 - Tekstslide
De betekenis van Tafereel 2 is...
A
De kapitein begrijpt dat Jona de problemen heeft veroorzaakt, daarom laat hij hem overboord gooien.
B
Jona denkt dat hij de oorzaak is van de storm, daarom wil hij een eind aan zijn leven maken.
C
Jona heeft anderen in de problemen gebracht, daarvan moet hij ook de gevolgen dragen.
Slide 18 - Quizvraag
Lees Derde tafereel (blz. 37)
Slide 19 - Tekstslide
De betekenis van Tafereel 3 is...
A
De vis slokt Jona op. Dit wil zeggen, dat God iemand door een wonder kan redden.
B
Jona zit drie dagen in de vis. Dit herinnert aan de drie dagen duisternis in Egypte.
C
Jona wordt niet met de dood gestraft voor zijn weglopen, maar hij krijgt een tweede kans.
Slide 20 - Quizvraag
Lees Vierde tafereel (blz. 38)
Slide 21 - Tekstslide
De betekenis van Tafereel 4 is...
A
God laat de wonderboom verdorren, want hij wil Jona iets leren.
B
God laat de wonderboom groeien omdat hij wil dat Jona ophoudt met klagen.
C
Jona moet geduld hebben, als hij wil wachten op de ondergang van Ninevé.
Slide 22 - Quizvraag
Maak opdracht 11 op de volgende pagina.
Slide 23 - Tekstslide
11. a Wat is de aanleiding dat God de mensen van Ninevé met het oordeel dreigt?
Slide 24 - Open vraag
11. b Wat verwacht Jona van dit dreigement?
Slide 25 - Open vraag
11. c Hoe reageren de mensen van Ninevé op de aankondiging van het oordeel? Leg uit waarom ze dit doen.
Slide 26 - Open vraag
11. d Wie van de drie (Jona, God, Ninevé-bewoners) is het meest veranderd in de loop van het verhaal, en wie helemaal niet?
Slide 27 - Open vraag
Geef antwoord op vraag 12 in de volgende pagina.
Slide 28 - Tekstslide
12. Wat is de moraal (betekenis) van het hele verhaal van Jona?
A
God doet soms wonderen als hij mensen wil redden of hun iets wil leren.
B
Jona wil dat mensen worden gestraft voor slechte daden, terwijl God hen wil vergeven als ze berouw tonen.
C
God wil Jona leren dat het leven van mensen en dieren belangrijker is dan het zitten in de schaduw van een boom.