In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
ma 28 okt
veel voorkomende punten ter verbetering
filmpje verschil uiteenzetting en beschouwing
zelfstandig bestuderen artikelen uit jouw map
Slide 1 - Tekstslide
punten ter verbetering
Opbouw / structuur
Veel teksten zijn niet duidelijk een tekstsoort: ze bevatten elementen van zowel een beschouwing als een uiteenzetting, soms zelfs van een betoog.
Slide 2 - Tekstslide
punten ter verbetering
Opbouw / structuur Een inleiding moet 3 elementen bevatten:
aandachttrekker
introductie onderwerp
constatering / hoofdvraag
Bij de meesten ontbrak de aandachttrekker en/of de intro ow.
Slide 3 - Tekstslide
punten ter verbetering
Opbouw / structuur
Elk deelonderwerp met uitwerking krijgt een eigen alinea.
Alinea’s worden van elkaar gescheiden door één witregel (is 2x enter).
Inleiding – middenstuk èn middenstuk – slot worden van elkaar gescheiden door twee witregels (is 3x enter).
Gebruik géén tussenkopjes
Slide 4 - Tekstslide
punten ter verbetering
Opbouw / structuur
Een slot moet 3 elementen bevatten:
conclusie
samenvattende zin(nen)
krachtige slotzin / uitsmijter
Een slot mag géén nieuwe informatie bevatten.
Slide 5 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
Gebruik hoe dan ook een komma in de volgende gevallen:
Tussen twee pv’s die niet bij elkaar horen: Toen ik hem zag, zwaaide ik.
Tussen de delen van een opsomming: Ik kocht krentenbollen, croissants, broodjes en koek.
Vóór een voegwoord: Ik ben te laat, omdat mijn band lek is. (behalve bij het voegwoord 'en')
Slide 6 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
Na echter krijg je nóóit inversie (eerst pv en dan ow), maar een gewone zinsvolgorde:
Echter, hijis het er niet mee eens dat….
Fout = Echter is hij het er niet mee eens dat ….
Slide 7 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
Een sprookje begint zo: Er was eens een meisje…Er was is een meisje = fout DUS: eens i.p.v. is
Slide 8 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
Hoofdletters gebruik je in de volgende gevallen:
aan het begin van een zin
bij talen: Nederlands(e), Frans(e), Argentijns, etc.
bij (aardrijkskundige) namen, windstreken (Zuid/Oost), titels van boeken/films, merken, historische gebeurtenissen, gebouwen, hemellichamen, feestdagen, straten.
Slide 9 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
schrijf leenwoorden schuingedrukt, dat leest makkelijker. Kijk nog eens in de voorbeeldteksten hoe de schrijver het daar gedaan heeft.
Slide 10 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
De volgende getallen moet je helemaal uitschrijven:
één tot twintig: achtste, twaalf, de negentiende eeuw;
tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend;
de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz.
Slide 11 - Tekstslide
punten ter verbetering
Taalgebruik & schrijfstijl
Spreek je publiek (je klasgenoten) aan met 'je'.
Slide 12 - Tekstslide
punten ter verbetering
Citeren
Je mag alléén letterlijk tekst uit het artikel overnemen als je citeert.
Je zet de overgenomen tekst tussen aanhalingstekens en je noemt de bron, anders is er sprake van plagiaat.
Bij het SE ben je verplicht om minimaal en maximaal 1 citaat op te nemen.
Slide 13 - Tekstslide
punten ter verbetering
Citeren, zo doe je dat:
Noem alleen de achternaam van degene die een uitspraak deed.
Bijvoorbeeld: Zoals Boissevain en Den Heijer vinden in de Volkskrant van 3 mei 2012: ”Goed rekenonderwijs is belangrijker dan het invoeren van een rekentoets.”
En niet: Zoals Boissevain, A. en Heijer, K. den vinden in de Volkskrant.