THEMA 9 VEILIGHEID EN EHBO

THEMA 9 VEILIGHEID EN EHBO
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

THEMA 9 VEILIGHEID EN EHBO

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
- Aan het einde van de les weet je wat ergonomie is
- Aan het einde van de les ken je de 5 beginstappen van de EHBO
- Aan het einde van de les ken je de uitvoering van verschillende EHBO handelingen
- Aan het einde van de les weet je wat reuma en carpaal tunnel syndroom is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheid
Binnen Zorg en welzijn is veilig werken heel belangrijk. Onveilig werken kan grote gevolgen hebben, zowel voor de zorgvrager als voor de verzorgende. De meeste mensen zullen als eerste aan fysieke veiligheid denken, maar ook sociale veiligheid is een belangrijk item. Een zorgvrager moet zich prettig en vertrouwd kunnen voelen. Kennis van EHBO is noodzakelijk om te kunnen handelen als er sprake is van een ongeval of een calamiteit. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ergonomisch werken?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fout/goed situatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Alle EHBO handelingen die je uitvoert beginnen met dezelfde vijf stappen. Op de volgende dia staan deze stappen beschreven. Schrijf deze over

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 stappen EHBO
1. Let op gevaar
2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
4. Zorg voor professionele hulp
5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende filmpjes zie je verschillende EHBO behandelingen. Schrijf de belangrijke dingen die je in het filmpje ziet op

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op in je boek, wat is carpaal tunnel syndroom

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is reuma?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud EHBO koffer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

EHBO QUIZ

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Wat is de goede volgorde van de plaatjes bij eerste hulp?
A
1-2-3-4
B
3-2-4-1
C
4-3-1-2
D
2-3-4-1

Slide 20 - Quizvraag

Het goede antwoord is B. Zorg altijd eerst voor veiligheid! Kijk dan naar het slachtoffer: wat is het probleem? (Luisteren, kijken, voelen, ruiken). Bel dan zelf 112 of laat iemand die bij je staat naar 112 bellen. Luister dan wat je moet doen, zet de telefoon op luidspreker. Je mag het slachtoffer alleen verplaatsen als de situatie onveilig is!
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt met pijn en een beetje bloed op de grond. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerst?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 21 - Quizvraag

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op. Wat doe je als eerst?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 22 - Quizvraag

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerst?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond. Wat moet je doen?
A
op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
mijn handen wassen met zeep
D
de persoon naar binnen tillen/verplaatsen

Slide 24 - Quizvraag

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Iemand ligt op de grond en is bewusteloos. Wat hoef je NIET te doen?
A
Luister naar de dokter die je hebt gebeld (112)
B
Probeer zelf rustig te blijven (geen paniek)
C
Kijk of iemand "wakker" wordt en controleer de ademhaling
D
Kijk of iemand kan eten of drinken

Slide 25 - Quizvraag

Als iemand bewusteloos is, is het belangrijk dat diegene weer "wakker" wordt en ook dat diegene blijft ademen. Je moet altijd zelf rustig blijven. Als je 112 hebt gebeld, dan helpt de assistent/dokter jou, hij/zij zegt precies wat je moet doen. Als er iets verandert, bijvoorbeeld de persoon stopt met ademen, dan moet je dat meteen zeggen!
Jouw collega heeft een schaafwond (open huid). Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-2-1
B
3-4-1-2
C
3-4-2-1
D
2-4-3-1

Slide 26 - Quizvraag

Let erop dat je het schoon spoelt met lauw water, niet ijskoud water.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 27 - Quizvraag

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Kijk naar het plaatje. Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
6-1-4-3-5-2
B
6-1-3-4-5-2
C
1-4-6-3-5-2
D
6-1-4-5-2-3

Slide 28 - Quizvraag

De basis is altijd hetzelfde: veiligheid, slachtoffer beoordelen en 112 bellen. Dan drukt het slachtoffer eerst zelf de wond dicht. Jij moet handschoenen aandoen i.v.m. kans op infecties. Daarna duw jij de wond dicht. Laat iemand op de grond liggen zodat hij/zij niet flauw kan vallen.
Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
eerste graads brandwond
B
tweede graads brandwond
C
derde graads brandwond
D
vierde graad brandwond

Slide 29 - Quizvraag

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water.
B
Een plastic zakje op de wond helpt voor de pijn
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been ziet er raar uit (de verkeerde kant op). Wat zal het zijn?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd (kapotte huid)
D
Een bloeding (bloed van binnen)

Slide 31 - Quizvraag

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek er tussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten (niet uit doen!)
D
Zelf proberen om de voet te bewegen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Iemand verslikt zich. Hoesten helpt niet. Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-1-2
B
4-1-2-3
C
4-2-3-1
D
1-2-3-4

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 34 - Quizvraag

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Zijn er nog vragen?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken thema 9
Deadline:_______

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit heb ik geleerd van hoofdstuk 9

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies