Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
naamwoordelijk gezegde 2
Welkom H3C
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom H3C
Slide 1 - Tekstslide
zinsdelen pv/ow/wg(ng)/lv/mv/bwb
hoofd- en bijzinnen
zinsdeelzinnen
Doelen van dit blok:
Je weet het weer! het verschil tussen een wwg en nwg.
Je kunt alle zinsdelen benoemen, ook in samengestelde zinnen.
Je kunt zinsdeelzinnen aanwijzen en benoemen.
blok 2: Herhaling grammatica 2 havo
Slide 2 - Tekstslide
15 min lezen
Herhaling naamwoordelijk/werkwoordelijk gezegde
grammatica 0-meting op itslearning
maken opdrachten op itslearning
Herhaling hoofdzin/bijzin
maken opdrachten op itslearning
Vandaag in de les
Slide 3 - Tekstslide
werkwoordelijk gezegde vs naamwoordelijk gezegde
In het Nederlands heb je twee soorten zinnen.
Zinnen waarin iemand iets
doet
. = werkwoordelijk gezegde
Zinnen waarin iemand iets
is
. = naamwoordelijk gezegde
je
moet
kiezen!
Slide 4 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Katrien is moe.
timer
0:30
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 5 - Quizvraag
twee soorten zinnen
Ik geef les: ik
doe
iets
(ik doe lesgeven) -> wwg
ik ben docent: ik
ben
iets -> nwg
ik ben moe: ik
ben
iets ->nwg
Slide 6 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Ze heeft hard gewerkt.
timer
0:30
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Zij wil gaan slapen.
timer
0:30
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme deken en haar grote hoeveelheid knuffels.
timer
0:30
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Later wordt Katrien slaapspecialist.
timer
0:30
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quizvraag
De leerling is boos geworden.
Doet de leerling iets, of is de leerling iets?
timer
0:30
A
doet iets!
B
nee, is iets!
Slide 11 - Quizvraag
werkwoordelijk gezegde vs naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin .
Zij
heeft
een kroketje
gegeten
.
Naamwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin
+ het naamwoordelijk deel
Zij
is
jeugdkampioen
geweest
Slide 12 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
De leerling /
is
/ boos / geworden.
ow: de leerling
ng: is [boos] geworden
Het
naamwoordelijk gezegde
koppelt een eigenschap aan het onderwerp.
die eigenschap is het naamwoordelijk deel van het gezegde.
Slide 13 - Tekstslide
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
pv?
timer
0:30
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.
Slide 14 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
ow?
timer
0:30
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.
Slide 15 - Quizvraag
wg of ng?
Voor veel leerlingen /
blijft
/ grammatica / een moeilijk onderdeel.
ow: grammatica
Slide 16 - Tekstslide
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?
timer
0:30
A
werkwoordelijk
B
nee, naamwoordelijk!
Slide 17 - Quizvraag
Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
timer
0:30
A
blijft
B
blijft een moeilijk onderdeel voor veel leerlingen
C
blijft voor veel leerlingen
D
blijft een moeilijk onderdeel
Slide 18 - Quizvraag
koppelwerkwoorden (2/2)
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
Bij zinnen met een naamwoordelijk gezegde kun je de koppelwerkwoorden met elkaar verruilen.
Ik ben docent.
Ik word docent.
Ik blijf docent.
Ik blijk docent.
Ik lijk docent.
etc..
trucje!
Slide 19 - Tekstslide
koppelwerkwoorden (1/2)
In het Nederlands hebben we negen koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
Als je deze uit je hoofd leert, kan het makkelijker worden om het naamwoordelijk gezegde te herkennen.
trucje!
Slide 20 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp
Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.
Kijk maar:
Ik /
eet
/ een mandarijn.
ow: ik
wg: eet
lv: een mandarijn
Ik / ben / een mandarijn.
ow: ik
ng: ben [een mandarijn]
lv: -
Slide 21 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Sophie bleef na de les nog even zitten.
timer
0:30
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 22 - Quizvraag
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
De ijverige Hendirk bleek de beste van de klas met wiskunde.
timer
0:30
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 23 - Quizvraag
grammatica 0-meting op itslearning
-> blok 2 grammatica -> formatieve toetsen -> 0-meting
Klaar?
maken opdrachten H1 (ook op itslearning)
Herhaling hoofdzin/bijzin
maken opdrachten H2 op itslearning
Succes met de opdrachten
Slide 24 - Tekstslide
LAATSTE
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
De moestuin is een grote puinhoop geworden.
timer
0:30
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
naamwoordelijk gezegde 2
Oktober 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
naamwoordelijk gezegde 2
2 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
naamwoordelijk gezegde v2
Maart 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
naamwoordelijk gezegde 2
30 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.4 Grammatica zinsdelen - Naamwoordelijk gezegde
Juni 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
naamwoordelijk gezegde
Maart 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
19/12, naamwoordelijk gezegde + incongruentie
December 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
2.3D naamwoordelijk gezegde 2
1 maand geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3