2vt1 - vr100124

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Korrigieren
  • Wiederholung Kapitel 3
  • Hausaufgaben

Ziel: de regels der/die/das kennen en de regels meervoud kennen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
  • Überhören
  • Korrigieren
  • Wiederholung Kapitel 3
  • Hausaufgaben

Ziel: de regels der/die/das kennen en de regels meervoud kennen

Slide 1 - Tekstslide

Überhören
  1. herstellen - produceren
  2. die Geschwindigkeit - de snelheid
  3. auswählen - kiezen
  4. begeistert - enthousiast
  5. die Zutat - het ingrediënt
  6. und zwar - en wel 
  7. zum Beispiel - bijvoorbeeld
  8. sogar - zelfs

Slide 2 - Tekstslide

Korrigieren Wiederholung 3 Aufgabe 1-6
Seite 182

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 1
  1. die
  2. der
  3. die
  4. der
  5. das 

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 1
6. das
7. die
8. der
9. die
10. die

Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe 2
der: Bruder, cousin, Freund, Lehrer, Mann, Sohn
die: Lehrerin, Physik, Prüfung, Schule, Schwester, Sprache
das: Buch, Fach, Heft, Kind, Mädchen, Land 

Slide 6 - Tekstslide

Aufgabe 3
  1. die
  2. sie
  3. die
  4. sie
  5. die 

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 4
  1. der
  2. die
  3. die
  4. das
  5. die

Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 4
  • 6. die
  • 7. die
  • 8. die
  • 9. der
  • 10. die 

Slide 9 - Tekstslide

Aufgabe 4
  • 11. die
  • 12. der
  • 13. die
  • 14. das
  • 15. die
  • 16. die

Slide 10 - Tekstslide

Aufgabe 5
  • Mannelijk: umlaut + e   
  • Vrouwelijk: +(e)n   
  • Onzijdig: +e
  • Mannelijk/onzijdig eindigend op -el/-er/-en: meestal onveranderd
  • Veel worden op -a/-i/-o/-y: +s 

Slide 11 - Tekstslide

Aufgabe 6
  1. die Hefte
  2. die Jahre
  3. die Pausen
  4. die Lehrer
  5. die Freunde
  6. die Lehrerinnen

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 6
  1. die Adressen
  2. die Mädchen
  3. die Schwestern
  4. die Stundenpläne
  5. die Klassenarbeiten
  6. die Niederländerinnen

Slide 13 - Tekstslide

Check
  1. Ik weet wanneer ik der / die / das moet gebruiken en ken de regels 
  2. Ik weet hoe ik het meervoud maak van zelfstandig naamwoorden 
  •  1 ja, 2 niet -> aan de slag met opdracht 7 t/m 10
  • 1 ja, 2 ja -> aan de slag met opdracht 7 t/m 10
  • anders -> uitleg der/die/das

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben
Dienstag 14. Januar

Lernen: Seite 175 DN/ND
Machen: Seite 184 und 185 (Aufgabe 7-10)

Slide 15 - Tekstslide