Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Periode 2 week 5 les 2 K3 Wiederholung Grammatik
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lernziel
- Du kannst die M (der), V (die) und O (das) Substantive (= zelfstandige naamwoorden) erkennen.
- Du kannst die Mehrzahl der Substantiven bilden.
Slide 2 - Tekstslide
studiewijzer
Slide 3 - Tekstslide
Programm
Hausaufgaben korrigieren
Wiederholung Grammatik
Hausaufgaben machen
Aufgabe mit der Grammatik
Slide 4 - Tekstslide
Aufgabe 6 Seite 109
besuchen
Tiere
Vögel
frech
Spinnen
Schlangen
versorgen
anfassen
süß
streicheln
Slide 5 - Tekstslide
Aufgabe 6 Seite 109
11. streicheln
12. machen
Slide 6 - Tekstslide
Aufgabe 7 Seite 110
Lieblingstier
der Elefant
dick
Lieblingstier
der Wolf
das Tier
beschreiben?
scharf
aber
das Fell
Slide 7 - Tekstslide
Aufgabe 7 Seite 110
11. oft
12. beschrieben
Slide 8 - Tekstslide
Aufgabe 14 Seite 114
Pijlgifkikker =
Springen
Jachtluipaard =
Rennen
Pacifische zeilvis =
zwemmen
Slide 9 - Tekstslide
Aufgabe 14 Seite 114
2
C
3
Er ist braun.
Mit seiner Zunge fängt er Insekten.
4
C
Slide 10 - Tekstslide
Aufgabe 14 Seite 114
5
B
6
3,60 meter lang is en 100 kg weegt.
Slide 11 - Tekstslide
Wiederholung Grammatik
Geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Slide 12 - Tekstslide
Mannelijke woorden:
der
Mannelijke personen of dieren
der Mann
der Kater (de kater, mannelijke kat)
der Fahrer (de chauffeur)
der, die of das
Slide 13 - Tekstslide
Vrouwelijke woorden:
die
Vrouwelijke personen of dieren
die Frau, die Katze (de poes)
De meeste woorden op een -e
die Pflanze (de plant), die Sonne (de zon)
Woorden die eindigen op: -heit, -keit, -schaft, -ung
die Freiheit, die Gemütlichkeit, die Freundschaft, die Umgebung
der, die of das
Slide 14 - Tekstslide
Onzijdige woorden:
das
Woorden waar je in het NL 'het' voor kunt zetten:
das Haus (het huis), das Fenster (het raam), das Mädchen (het meisje)
der, die of das
Slide 15 - Tekstslide
Wiederholung Grammatik
het meervoud
Het lidwoord van het meervoud is
altijd
die
Slide 16 - Tekstslide
Het meervoud
Mannelijke woorden:
Umlaut (ä, ö, ü) + e
der Sohn
die Söhne
der Ball
die Bälle
Slide 17 - Tekstslide
Het meervoud
Vrouwelijke woorden:
+ (e)n
die Frau
die Frauen
die Flasche
die Flaschen
Slide 18 - Tekstslide
Het meervoud
Onzijdige woorden:
+ e
das Papier
die Papiere
das Heft
die Hefte
Slide 19 - Tekstslide
Het meervoud
Onzijdige en mannelijke woorden op: -el, -er, -en
Alleen het lidwoord veranderd
das Mädchen
die Mädchen
der Löffel
die Löffel
das Messer
die Messer
Slide 20 - Tekstslide
Het meervoud
Woorden die eindigen op: -a, -o, -i of -y
+s
das Auto
die Autos
die Cola
die Colas
das Hobby
die Hobbys
Slide 21 - Tekstslide
Hausaufgaben
Machen:
Wiederholung 3 Seite 182 + 183
Aufgabe 1 t/m 5
Lernen:
Kapitel 3
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Periode 2 Week 2 les 1
November 2024
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Periode 2 Week 2 les 2
November 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les 8, 16 november 2022
November 2022
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Periode 2 Week 2 les 1
November 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2G Grammatik 3, 4 und 5 Dienstag, den 21. März 2023
Maart 2023
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 5 les 1- H2B
10 dagen geleden
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2E Grammatik 3, 4 und 5 Mittwoch, den 15. März 2023
Maart 2023
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 5 les 5
Maart 2024
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2