H2.2 Gedicht - figuurlijk taalgebruik

Welkom klas 1
Start met 10 minuten stillezen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1
Start met 10 minuten stillezen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen

Je kunt de inhoud van een gedicht navertellen

Je kunt een gedicht goed voorlezen

Slide 3 - Tekstslide

H2.2 Gedicht - zelfstandig werken
  1. Maak blz. 102 - opdracht 1
  2. Lees het gedicht
  3. Maak blz. 103 - opdracht 2 A t/m D
  4. Oefen het gedicht - Wie wil het voordragen?
  5. Lees de leertekst over figuurlijk taalgebruik

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Een gedicht goed voorlezen
  • Is de voorlezer goed te verstaan?
  • Hoe is het tempo: precies goed / te snel / te langzaam
  • Leest de voorlezer regels op een bijzondere manier?

Slide 6 - Tekstslide

Aantekeningen
Pak je schrift en een pen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
blz. 102 opdracht 1 t/m 5 en 7

nakijken en af laten tekenen

Slide 10 - Tekstslide

Doel van deze les
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen

Je kunt de inhoud van een gedicht navertellen

Je kunt een gedicht goed voorlezen

Slide 11 - Tekstslide

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Wat een hondeweer!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quizvraag

Apen eten veel bananen.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 14 - Quizvraag

Zij kookt van woede.
A
Figuurlijk
B
Letterlijk

Slide 15 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?
Mijn opa is altijd het zonnetje in huis.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 16 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk bedoeld?

Mijn broer krijgt de baard in de keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 17 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?
Het kind viel en had een gat
in zijn hoofd.
A
LETTERLIJK
B
FIGUURLIJK

Slide 18 - Quizvraag

Is de volgende zin letterlijk of figuurlijk?
'Je overvalt me met deze vraag!'
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 19 - Quizvraag