Herhalen signaalwoorden en tekstverbanden klas 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Goedemorgen!

10 minuten in stilte lezen.

Leg je huiswerk open, zodat ik het kan controleren. 

Planning:

1. Nakijken huiswerk (opdr. 3 en 5).

2. Herhalen signaalwoorden en tekstverbanden.

Nakijken opdr. 3

1. Sociale vaardigheden
2.  - 
3. volgende dia
4. Mensen hebben tegenwoordig vaak onvoldoende sociale vaardigheden.
5. Sociale vaardigheden ... jezelf opkomen. (1e zin)
6. sociale mobiliteit en samenwerking in het onderwijs en op de werkvloer
7. In alinea 6 wordt eigenlijk herhaald wat in alinea 4 al gezegd is. Alinea 6 is een toelichting op het begrip 'sociale mobiliteit'. Een toelichting komt niet in je samenvatting. 
8. Volgens technologieprofessor ... de schoolkantine. (1e zin)
9. Dat alles ... gaan beperken. (1e zin)
10. Zie volgende dia.

a. sloten buiten

b. verschraling

c. ontwikkelingen

d. voldoen

e. toereikend

f. interpreteren

g. empathie

h. op gezette tijden

i. motto

genoeg

geschikt zijn

lieten niet meedoen

op vaste momenten

spreuk

veranderingen

verklaren

vermindering van kwaliteit

vermogen om je in iemand in te leven

Samenvatting tekst 6

Mensen hebben tegenwoordig vaak onvoldoende sociale vaardigheden. Sociale vaardigheden zijn te verdelen in vier categorieën: contact maken, feedback geven, feedback ontvangen en voor jezelf opkomen. Er zijn twee maatschappelijke ontwikkelingen die laten zien hoe belangrijk het is om sociaal vaardig te zijn. De eerste heeft met 'sociale mobiliteit' te maken, dat betekent: van de ene maatschappelijke laag naar de andere stijgen. De andere ontwikkeling is de nadruk op samenwerking in het onderwijs en op de werkvloer. Volgens technologieprofessor Turkle leer je sociale vaardigheden in eerste instantie door persoonlijk contact, dus vooral tijdens persoonlijke gesprekken en gesprekjes, of die nu plaatsvinden aan de eettafel thuis of in de schoolkantine. Dat alles betekent dat we ons gebruik van digitale media moeten gaan beperken.

Nakijken opdr. 5

Kijk nu in je groepje opdr. 5 na.

Klaar? Lees blz. 236 en 237. Zorg er vooral voor dat je het stukje van de tekstverbanden en signaalwoorden goed snapt!

Hoe noemen we dit tekstverband? 

Hoe noemen we dit tekstverband? 

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Wat is het signaalwoord?
Ik wilde graag gaan sporten, maar ik moest huiswerk maken.

1. ik
2. maar
3. moest
4. maken

Welk verband geeft 'maar' aan?

1. opsomming
2. toelichting
3. tegenstelling
4. chronologie

Welk verband herken je in de volgende zin?
Wij hebben diverse sporten gedaan. Ten eerste hebben we gevoetbald, daarnaast gevolleybald en ten slotte gebasketbald.

1. opsomming
2. voorbeeld/toelichtend
3. tegenstelling

Welk verband herken je in de volgende zin?
Wij hadden betere dingen te doen, zoals een potje FIFA spelen.

1. opsomming
2. toelichting
3. tegenstelling
4. chronologie

Welk tekstverband?

Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.

1. toelichtend
2. tegenstellend
3. chronologisch
4. opsommend

Welk tekstverband?

Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.

1. tegenstellend
2. opsommend
3. chronologisch
4. toelichtend