2.1 Steden in de wereld

2.1 Steden in de wereld
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 Steden in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhalen: wat is een stad;
  • Vier kenmerken van een stad;
  • Drie soorten steden;
  •  Ligging van steden (stedelijk netwerk, primate city);
  • Urbanisatie;
  • Verstedelijkingsgraad.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet het verschil tussen soorten steden;
  • Je begrijpt waardoor de verstedelijkingsgraad verschilt tussen rijke en arme landen;
  • Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen.

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen: Leg in eigen woorden uit wat een 'stad' is.
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Lees §2.1 voor jezelf...
In stilte!
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Vier kenmerken van een stad
  • Bepaald aantal mensen;
  • Veel gebouwen op klein gebied;
  • Veel beroepen in industrie en diensten;
  • Veel voorzieningen.

Slide 6 - Tekstslide

Megastad

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.


Bijvoorbeeld:

- Tokyo
- New York

Slide 7 - Tekstslide

Wereldstad

Dit is een zeer grote stad, die belangrijk is voor de hele wereld.

Bijvoorbeeld:

Parijs, Amsterdam, Londen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van een stad?
A
veel bebouwing
B
veel open ruimte
C
de bevolkingsdichtheid is laag
D
weinig voorzieningen

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdstad

De belangrijkste stad van een land of provincie.


Bijvoorbeeld:

Amsterdam, Utrecht, Zwolle

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een wereldstad?
A
Hoofdstad van de wereld
B
Een hele grote stad
C
Stad met meer dan 10000000 inwoners
D
Belangrijke stad voor een regio

Slide 12 - Quizvraag

Is een wereldstad altijd een megastad?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 14 - Quizvraag

timer
1:00
Succesvolle steden hebben vaak een gunstige ligging. Wat maakt de ligging van een stad gunstig?

Slide 15 - Woordweb

Succesvolle steden liggen:
1. bij water (rivier of kust);
2. in een vruchtbaar gebied.

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding: wat zie je op de foto?
A
Primate city
B
Een megastad
C
Een stedelijk netwerk

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Primate City
Veel ontwikkelingslanden hebben vaak één megastad, een primate city

Een primate city is veel groter dan de tweede stad van het land.

  • Bijvoorbeeld: Bangkok in Thailand 
(8 miljoen inwoners) is 16 keer zo groot als de tweede stad van Thailand (270.000 inwoners). 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een primate city?
A
Een stad die veel kleinere steden om deze grote stad heeft
B
Een koloniale stad
C
Een stad met een verstedelijkingsoverschot
D
Een stad die minimaal 2 keer zo groot is dan de tweede stad

Slide 21 - Quizvraag

HERHALING
Waar liggen veel succesvolle steden?
A
In de bergen
B
Aan het water
C
Dichtbij andere landen
D
Dichtbij het platteland

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Verstedelijkingsgraad
Percentage mensen van een land dat in een stad woont.

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel procent van de Nederlanders
woont in een stad?
timer
0:20
0-20%
20-40%
40-60%
60-80%
80-100%

Slide 25 - Poll

Zoek op: Wat betekent 'urbanisatie'?
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Urbanisatie: groei van steden
  • Reden 1: Mensen verhuizen van het platteland naar de stad.
  • Ze hopen in de stad een baan te vinden
  • Ze hopen het in de stad beter te hebben

  • Reden 2: Hoog geboortecijfer
  • Veel jonge mensen die in de stad een gezin stichten

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag met §2.1
Je maakt: 
§2.1 opdr. 1 - 2 - 4 - 5.
Samenwerken mag, MITS op de gang of fluisterstem (hoor ik geen fluisterstem, is NIET meer samenwerken!).

Klaar?
- Nakijken;
- Leren of huiswerk!
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

HUISWERK!
- §2.1 opdr. 1-2-4-5 af!


Volgende keer: §2.2 De groei en opbouw van steden.

Slide 29 - Tekstslide