lezen stappenplan laatste les voor de toets

Welkom 4 havo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 havo

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen lezen H1-H4

Vandaag:
- bespreken: tekst over liefdesverdriet
- herhaling vaste tekststructuren
- zelfstandig voorbereiden op de toets

Slide 2 - Tekstslide

Toets lezen H1-H4 gaat over:
  1. Hoofdstuk 1 (online, herhaling onderbouw)
    leer alles van Handig! 1 Lezen blz. 275-277 Met uitzondering van de functiewoorden en met extra aandacht voor de tekstverbanden + signaalwoorden en de vaste tekststructuren.
  2. Hoofdstuk 2 Uiteenzetting, beschouwing, betoog. Leer de theorie op blz. 10. Zorg dat je de kenmerken van de drie tekstsoorten kent en herkent.
  3. Hoofdstuk 3 Interview. Even goed doorlezen, dit hoef je niet te stampen.
  4. Hoofdstuk 4 Stappenplan Lezen. Goed doorlezen en oefenen. Dit moet je vooral kunnen.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • Wat is het onderwerp van de tekst?
  • De duur van liefdesverdriet (geen zin!)
  • Waar eindigt de inleiding en begint het slot?
  • alinea 1 intro onderwerp
    alinea 2 vraag die centraal staat 
    (alinea 3 het antwoord op de vraag wordt aangekondigd)

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • In het middenstuk worden zes factoren genoemd die van invloed zijn op de duur van liefdesverdriet. Onderstreep ze in de tekst en schrijf ze op papier.
  • 1. persoonlijkheidskenmerken (al. 4 en 5)
    2. sekse (alinea 6)
    3. leeftijd (alinea 7)
    4. sociaal netwerk (alinea 8 en 9)
    5. manier van uitgaan (alinea 10 (zie ook eerste zin)
    6. de relatie 'ontleren' (alinea 12) 
  • Er zijn vijf dikgedrukte signaalwoorden. Welk verband geven zij aan?
  • De schrijver maakt de tekst 'rond' in het slot. Hoe doet zij dat?
  • Benoem tekstdoel, tekstsoort en tekststructuur.
  • Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • Er zijn vijf dikgedrukte signaalwoorden. Welk verband geven zij aan?
  • bijvoorbeeld - toelichtend verband
  • daarnaast - opsommend verband
  • daardoor - oorzakelijk verband
  • aan de andere kant - tegenstellend verband

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'

  • De schrijver maakt de tekst 'rond' in het slot. Hoe doet zij dat?
  • Ze komt terug op de voorbeelden van het forum uit de inleiding.
  • Benoem tekstdoel, tekstsoort en tekststructuur.
  • informeren
  • uiteenzetting
  • vraag-antwoordstructuur
  • Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.


Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'

  • Hoofdgedachte:
    De heftigheid en de duur van liefdesverdriet hangen van een aantal factoren af: je persoonlijkheidskenmerken, sekse, leeftijd, sociale netwerk, de manier waarop de relatie uitging en de snelheid waarme je brein de relatie ontleert.

Slide 8 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • probleem-oplossingstructuur
  • verklaringsstructuur
  • verleden-heden(-toekomst)structuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag- antwoordstructuur

Slide 9 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 10 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 11 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 12 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 13 - Tekstslide

De rest van deze les
Bereid je voor op de toets.
Leer handig! en h.2 in elk geval heel goed!

Slide 14 - Tekstslide