Lezen

Leestoets!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestoets!

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens het lezen
Eerst de tekst bekijken (titel, plaatjes, inleiding).
Per vraag het antwoord zoeken in de tekst. 

Slide 2 - Tekstslide

Het beantwoorden van de vragen
Wanneer je de tekst goed gelezen hebt, ga je nogmaals goed naar de vragen kijken. 

LET OP: Je kunt ook als eerst de vragen doorlezen! 
Er zijn verschillende typen vragen:
Meerkeuze, open, woord vertalen, true false

Slide 3 - Tekstslide

Het beantwoorden van de vragen
– Bij vragen over de hele tekst ga je nogmaals skimmen en zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
– Bij vragen naar bepaalde informatie kun je gaan scannen en de juiste woorden zoeken.
- Vragen staan altijd in de volgorde van de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Het beantwoorden van de vragen
Wanneer je het antwoord echt niet kunt vinden, ga je naar de volgende vraag en kun je er later op terugkomen
Misschien heb je dan het antwoord al op een andere plek zien staan!

Slide 5 - Tekstslide

Tips
Films ondertitelen:

Woordenschat vergroten
Engelse boeken lezen
- Woordjes Unit 1, 2 & 3 leren.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenboek
Hoe werkt dat?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 10 - Tekstslide

Het alfabet

Slide 11 - Tekstslide

Stap 1: Je kijkt naar de eerste letter van het woord:
Appel - Bezem               De A komt voor de B

Stap 2: Als de eerste letters hetzelfde zijn kijk je naar                    de tweede letter van het woord: 
Aardbei - Appel              De A komt voor de P

Stap 3: Als de eerste twee letters hetzelfde zijn kijk je                   naar de derde letter van het woord:
Raken - Ramen                De K komt voor de M

Slide 12 - Tekstslide

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 13 - Tekstslide

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 14 - Tekstslide

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 15 - Open vraag

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 16 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
Ludicrously

Slide 17 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
massively

Slide 18 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
clamp down

Slide 19 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
to provide

Slide 20 - Open vraag

zoek de betekenis op van het woord
punished

Slide 21 - Open vraag