In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Vraag & aanbod
H3 afmaken
Slide 1 - Tekstslide
Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen.Te laat? Haal een groene kaart.
Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is.
Verder heb je een rekenmachine, pen & papier mee (schrift voor dit vak
of klapper met ringband papier). Wie schrijft die blijft?
(niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)
Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel?
Zonder mopperen oranje kaart halen, einde van de dag ophalen bij
verzuimcoördinator. (Alles op je device mag, indien passend bij les)
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Spoorboekje
Voorspelbaar gedrag
Leerdoelen
Spoorboekje
3.12 + 3.13 samen bespreken (hw vorige keer)
Verder met H3 Marginale analyse (MO=MK)
Differentieren (optie rekonomie H5)
Slide 4 - Tekstslide
Om de totale winst (TW) te berekenen doe je het volgende:
A
TO - TK
B
TK - TO
C
TO = TK
D
TO / TK
Slide 5 - Quizvraag
Kosten en opbrengsten
Op de y-as lees je af wat de hoogte is van TK, TCK en TO bij een bepaalde afzet (q). De afzet staat op de x-as.
Slide 6 - Tekstslide
TK = qˆ2 + 500. De gemiddelde totale kosten bij 10 stuks zijn:
A
€10
B
€50
C
€60
D
€600
Slide 7 - Quizvraag
TK = 5qˆ2+500. De gemiddelde variabele kosten bij 20 stuks zijn:
A
€25
B
€100
C
€125
D
€400
Slide 8 - Quizvraag
TK = 0.5qˆ2+500. Bij 50 stuks zijn de vaste kosten per product.
A
€10
B
€25
C
€500
D
€1.250
Slide 9 - Quizvraag
Maximale winst wordt behaald bij:
A
50 stuks
B
100 stuks
C
200 stuks
D
150 stuks
Slide 10 - Quizvraag
Welk oppervlak geeft maximale winst weer?
A
A + B
B
A + B + C
C
B + C
D
C
Slide 11 - Quizvraag
Een ondernemer heeft te maken met een gegeven prijs. Als MO>MK zal bij uitbreiding van de productie met een eenheid
A
De winst dalen.
B
De omzet stijgen en de winst dalen.
C
De omzet stijgen en de winst stijgen
D
De omzet stijgen en de prijs stijgen
Slide 12 - Quizvraag
Voor een ondernemer geldt het volgende : p=110 TVK=10q TCK=1.000 De productiecapaciteit bedraagt 100 stuks. Als deze ondernemer streeft naar maximale winst, dan geldt