4. KCV P2 Romeinse bouwkunst

Griekse tempel
Romeinse tempel
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Griekse tempel
Romeinse tempel

Slide 1 - Tekstslide

Zet de verschillen tussen een Griekse en Romeinse tempel op een rij.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Noem twee voordelen van beton.

Slide 4 - Open vraag

Waarin verschilde Romeins beton van het tegenwoordige beton?

Slide 5 - Open vraag

Waarom zijn bakstenen vaak handig om een bouwwerk te kunnen dateren?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Vaak zie je op een Romeinse opgraving veel muren en gebouwen van baksteen. Waarom levert dit voor de moderne bezoeker een vertekend beeld op?

Slide 8 - Open vraag

Noem twee voordelen van de boogconstructie.

Slide 9 - Open vraag

Noem de twee belangrijkste verschillen tussen Griekse en Romeinse theaters.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een theater en een amfitheater?

Slide 11 - Open vraag

Hoe komt het Colosseum aan zijn naam?

Slide 12 - Open vraag

Hoe komt het dat er bij het Colosseum zoveel van de bovenbouw ontbreekt?

Slide 13 - Open vraag

Noem twee redenen die ertoe bijgedragen hebben dat het Pantheon de 'tand des tijds' heeft doorstaan.

Slide 14 - Open vraag

Uit welke twee bronnen hebben de Romeinen geput voor het ontwerp van hun mausolea?

Slide 15 - Open vraag

Wat was de functie van een mausoleum?
A
ereteken
B
handel
C
religieus
D
grafmonument

Slide 16 - Quizvraag

Wat was de functie van een basilica?
A
ereteken
B
handel
C
religieus
D
grafmonument

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de functie van een triomfboog?
A
ereteken
B
handel
C
religieus
D
grafmonument

Slide 18 - Quizvraag

Wat was de functie van het Pantheon?
A
ereteken
B
handel
C
religieus
D
grafmonument

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is de basilica door de Christenen gebruikt als vorm voor hun kerken? Waarom namen ze niet de tempels van de Grieken/Romeinen over?

Slide 20 - Open vraag

Zet de namen op de goede plek.
atrium
peristylium
cubiculum
vestibulum
triclinium
tablinum

Slide 21 - Sleepvraag

Op welke plekken in een Romeins huis zouden voornamelijk mozaïken zijn aangebracht?
A
atrium
B
cubiculum
C
triclinium
D
tablinum

Slide 22 - Quizvraag

Voor welke ruimte
is dit mozaïek geschikt?
A
vestibulum
B
atrium
C
triclinium
D
thermen

Slide 23 - Quizvraag

Voor welke ruimte
is dit mozaïek geschikt?
A
vestibulum
B
atrium
C
triclinium
D
thermen

Slide 24 - Quizvraag

Voor welke ruimte
is dit mozaïek geschikt?
A
vestibulum
B
atrium
C
triclinium
D
thermen

Slide 25 - Quizvraag

Voor welke ruimte
is dit mozaïek geschikt?
A
vestibulum
B
atrium
C
triclinium
D
thermen

Slide 26 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 27 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 28 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 29 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 30 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 31 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 32 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 33 - Quizvraag


A
eerste stijl
B
tweede stijl
C
derde stijl
D
vierde stijl

Slide 34 - Quizvraag

Noem een belangrijk verschil tussen de reliëfs op gebouwen van de Grieken en van de Romeinen.

Slide 35 - Open vraag

Waarom hebben de keizers Trajanus en Marcus Aurelius een zuil opgericht?

Slide 36 - Open vraag

Voor wat voor soort informatie vormen deze zuilen een belangrijke bron?
A
dagelijks leven
B
religie
C
militair
D
techniek

Slide 37 - Quizvraag

Welk belangrijk verschil is er tussen Griekse en Romeinse portretten?

Slide 38 - Open vraag

Waarom waren dit soort portretten belangrijk voor de Romeinen?

Slide 39 - Open vraag

In welke ruimte van het Romeinse huis stonden die portretten?
A
atrium
B
cubiculum
C
peristylium
D
triclinium

Slide 40 - Quizvraag