Aan het eind van deze les ken je de kenmerken van de Griekse en Romeinse bouwkunst en beeldhouwkunst
Slide 2 - Tekstslide
De Griekse Cultuur
Hellenen
Koloniën
Griekse Polis
Olympische spelen
Perzische en Peloponnesische oorlogen
Hellenisme
Het einde
Rond 1100 vóór Chr. vestigden de Doriërs, een soldatenvolk, zich in de omgeving van Sparta. De kunstzinnige Ioniërs vestigden zich in Attica, de streek rondom Athene.
De oorspronkelijke bevolking en de nieuwe volken beschouwden zich meer en meer als één volk. Ze noemden zich de Hellenen. De Romeinen noemden hen pas later de Grieken.
Vanaf de 8ste eeuw vóór Chr. vestigden de Hellenen koloniën in een groot deel van het Middellandse-Zeegebied, met name op Sicilië en langs de kusten van Zuid-Italië, zoals Neapolis (Napels) en Marsiglia (Marseille). Hierdoor was de Griekse bouwkunst van belangrijke invloed op die van de Romeinen.
Tussen 1100 en 700 vóór Chr. ontstond de Griekse stad, de polis. De steden werden de centra van kunst en cultuur. Geleidelijk maakte het stelsel van vorstendommen plaats voor nieuwe politieke stelsels, waaronder de demokratie, die rond 500 voor Chr. in Athene ontstond.
Het Griekenland van toen was verdeeld in vele stadstaatjes, die allemaal dezelfde taal en godsdienst hadden. Tijdens de Spelen, die eens in de vier jaar in Olympia plaatsvonden, staakten de staatjes hun onderlinge ruzies. De eerste Olympische Spelen werden gehouden in 776 vóór Chr.
Tijdens de periode van de grootste bloei van de Griekse kunst en cultuur vonden echter vanaf 500 vóór Chr. ook de Perzische oorlogen plaats, en daarbij nog eens de interne strijd tussen de oude rivalen Athene en Sparta. Dankzij steun van de Perzen kon Sparta overwinnen, waarna een periode van achteruitgang begon
In Macedonië (in het Noorden van Griekenland) ontstond echter een nieuwe sterke macht. De Macedonische koning Oleander de Grote wist zelfs in 333 vóór Chr. het Perzische leger te verslaan en kreeg daarmee de macht over het hele Perzische Rijk. Er ontstond een nieuwe politieke orde, het Hellenisme.
In 146 vóór Chr. werd Griekenland ingelijfd bij de Romeinse provincie Macedonia.
Er ontstond een nieuwe periode van vrede. Athene en Sparta bleven nog enige tijd zelfstandig. In 395 na Chr. werd Griekenland ingelijfd bij het Oost-Romeinse Rijk.
Slide 3 - Tekstslide
Griekse Bouwkunst
Tempels
Drie bouwordes:
Dorisch
Ionisch
Korintisch
De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels. Deze werden al vroeg in duurzame natuursteen gebouwd, terwijl voor de overige bouwwerken meestal hout werd gebruikt. De tempels waren opgedragen aan één van de Griekse goden.
Slide 4 - Tekstslide
Dorische orde:
Kenmerken:
- geen voetstuk
- vrij zware zuilschachten met aaneengesloten cannelures
- schotelkapiteel
- het fries is verdeeld in metopen en trigliefen
Deze orde is in de 6e eeuw vóór Chr. ontstaan op de Pelopónnèsos. Tempels in deze stijl zijn behalve in Griekenland ook in de oorspronkelijke Griekse koloniën langs de Middellandse-Zeekust te vinden. Na de 4e eeuw vóór Chr. werd de Dorische stijl niet meer door de Grieken toegepast.
Kenmerkend voor de Dorische orde zijn zware bouwvormen en kleine overspanningen. De bouwmeesters wisten in het begin namelijk nog niet zeker of de steenconstructie wel sterk genoeg zou zijn. Vanaf de 5e eeuw vóór Chr. werd de constructie lichter en werden de onderdelen slanker.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Ionische Orde
Kenmerken:
- zuilen met een basement
- een zuilschacht met bandjes tussen de cannelures
- het gekrulde volutekapiteel
- een architraaf bestaande uit drie horizontale balken
- het fries dat meestal bestaat uit doorlopend beeldhouwwerk
In Turkije ontstond, door de aanraking met andere culturen als de Egyptische, een stijl die eleganter en weelderiger was dan de Dorische. De Ionische tempels waren ook groter en monumentaler. De Ionische zuil heeft, in tegenstelling tot de Dorische een basement.
Typisch voor de Ionische orde is ook het ontbreken van het (Dorische) trigliefenfries (een fries met balkknoppen), maar in de plaats daarvan een doorlopend reliëffries. Bij veel Ionische gebouwen is ook een glad fries gebruikt.
Slide 8 - Tekstslide
[1] fronton
[7] fries
[13] architraaf
[14] kapiteel
[17] zuilschacht -
[18] cannelure
[19] stylobaat
[20] voluten
[23] zuilbasement
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Korintische orde
Kenmerken:
- variant van de Ionische orde, maar slanker en met weelderiger versieringen
- kelkvormig kapiteel met veelal twee rijen acanthusbladeren boven elkaar
De Korintische orde is pas in de 5e eeuw vóór Chr. ontstaan en is eigenlijk meer door de Romeinen dan door de Grieken toegepast.
Deze orde lijkt veel op de Ionische, maar heeft een kelkvormig kapiteel met de bladervorm van een acanthusplant.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De Romeinse cultuur
Palatijn
Koninkrijk -> Republiek
Keizerrijk
Verdeling en val Romeinse Rijk
Geinspireerd door de Grieken
Bouwkunst
Rome is, volgens een legende, in 753 v. Chr. gesticht door Romulus op de Palatijnse heuvel. Daarna is de stad steeds verder gegroeid, totdat ze uiteindelijk zeven heuvels bedekte. Rome ligt aan de rivier de Tiber.
Vanaf de stichting tot 510 v. Chr. werd de stad door koningen geregeerd, daarna was het van 510 tot 30 v. Chr. een republiek.
In 30 v. Chr. kreeg Octavianus, de aangenomen zoon van Julius Caesar, de alleenheerschappij over het Romeinse Rijk. In naam bleef de republiek echter bestaan, ook toen Octavianus van de Senaat de titel "Augustus" kreeg. Augustus wordt vaak beschouwd als de eerste Romeinse keizer. Na zijn dood in 14 na Chr. werd zijn stiefzoon Tiberius de nieuwe keizer en werd de republiek opgeheven.
In 395 n. Chr. werd het Romeinse keizerrijk verdeeld in een West-Romeins en een Oost-Romeins rijk. In 476 zette een Germaanse veldheer de West-Romeinse keizer af, wat het einde betekende van het West-Romeinse Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan tot 1453, toen de hoofdstad Byzantium door de Turken werd ingenomen. We spreken dan vaak over het Byzantijnse rijk
De cultuur van Rome en het omliggende gebied is sterk beïnvloed door de Grieken, die koloniën hadden gesticht op Sicilië en in Zuid-Italië. De Romeinse bouwkunst heeft echter enkele duidelijke kenmerken, zoals de samenstelling van gebouwen uit verschillende bouwlichamen en een verder ontwikkelde bouwtechnische kennis. Hierdoor had men bij het ontwerpen veel meer vrijheid dan de Grieken.
De meeste bewaard gebleven Romeinse bouwwerken dateren uit de keizertijd. Gebouwen van voor die tijd zijn verdwenen omdat ze van minder duurzaam materiaal waren gebouwd, of omdat ze in de keizertijd werden vervangen. De Romeinen waren, veel meer dan de Grieken, vooral constructeurs. Speciaal het overkoepelen van ruimten konden zij erg goed.
Slide 14 - Tekstslide
Tempels
verhoogd plateau, met een trap naar de ingang.
Verbouwd tot kerken -> bewaard gebleven
Forum Romanum, bv. tempel van Vespasianus
Net als de Grieken hebben ook de Romeinen veel tempels gebouwd, gewijd aan een van hun goden, en in uiteenlopende groottes. Alle Romeinse tempels liggen op een verhoogd plateau, met een trap naar de ingang. Van de meeste tempels zijn alleen ruïnes bewaard gebleven. Sommige tempels zijn later tot kerk verbouwd, en daardoor beter bewaard.
Rondom het Forum Romanum, het centrale marktplein, stond een aantal tempels, waaronder die van Vespasianus, uit de 1e eeuw na Chr. Hiervan zijn nu nog enkele Korintische zuilen te zien.
Slide 15 - Tekstslide
Pantheon
Hadrianus, tempel voor vele goden
Koepel Ø 43
Casetten en beton
Het hoogtepunt van de Romeinse tempelbouw is het Pantheon in Rome. Het is een ronde koepeltempel, gewijd aan de zeven "planeetgoden" (Mecurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto) en gebouwd tijdens de regering van keizer Hadrianus, die regeerde van 117 tot 138 n. Chr.
De koepel heeft een middellijn van ongeveer 43 meter. Boven in de top zit een ronde lichtopening met een diameter van ca. 9 meter. Pas in de 20e eeuw zijn deze dimensies met het bouwen met beton overtroffen!
De koepel van het Pantheon bestaat uit een constructie van diepe cassetten waartussen beton is gestort. In de ca. 6 meter dikke muur waar de koepel op rust zijn acht diepe nissen uitgespaard, waarvan één de ingang bevat. De spatkracht van de koepel wordt door in het koepelgewelf verwerkte bogen op geconcentreerde punten op de zware muurdelen tussen de nissen overgebracht.
Slide 16 - Tekstslide
Basilica
Marktplaats en rechtspraak
Indeling
Voorbeeld voor latere Christelijke kerken
Een van de belangrijkste openbare gebouwen in de Romeinse stad was de basilica. Dit gebouw werd gebruikt als marktplaats, maar er werd ook recht gesproken.
Basilica betekent letterlijk "koninklijke zaal", en is afgeleid van het Oudgriekse woord voor koning: basileios.
De basilica is meestal een stenen gebouw met een houten, soms ook wel stenen kapconstructie. Typerend voor de basilica is dat het middenschip (de middenbeuk) hoger is dan de zijbeuken. In de wanden van het middenschip zitten boven de zijbeuken vensters om licht binnen te laten. Aan één van de korte zijden bevindt zich een absis, een halfronde uitbouw.
Deze karakteristieke bouwvorm zou voortleven in de vroeg-christelijke en middeleeuwse kerkgebouwen van het Christendom.
Slide 17 - Tekstslide
Colosseum
Amfitheater
Flavische Keizers
De Bouw
Rondbogen
Het Colosseum in Rome werd gebouwd tussen circa 72 en 80. In die tijd waren er al amfitheaters in andere steden, maar het amfitheater in Rome was wel het grootste en het eerste volledig met stenen opgetrokken amfitheater van het Romeinse Rijk.
Keizer Vespasianus gaf in 72 opdracht om het amfitheater te bouwen. Deze eerste keizer van de Flavische dynastie was in 69 aan de macht gekomen, na een volksopstand tegen keizer Nero. Hij hoopte dat de bouw van het Colosseum hem populair zou maken bij het volk . Om zijn doel te bereiken moest het Colosseum wel snel worden gebouwd.
Voor de bouw van het Colosseum werd het meer voor het paleis van keizer Nero dichtgegooid. De bouw van het Colosseum begon met het maken van een enorme betonnen fundering. Voor de buitenmuur werd travertijnsteen gebruikt. Deze steen werd niet gevoegd, maar met elkaar verbonden door ijzeren pinnen.
De buitenzijde bestond uit drie verdiepingen, met op iedere verdieping rondbogen. De rondbogen op iedere verdieping zijn afgewerkt met halfzuilen: Dorische halfzuilen voor de eerste verdieping, Ionische halfzuilen voor de tweede verdieping en Corintische halfzuilen voor de derde verdieping. Bogen waren een essentieel onderdeel van veel Romeinse bouwwerken. Hun dragende kracht was een symbool voor de dragende kracht van het Romeinse Rijk.