In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3.4: de regering regeert.
bladzijde 46 - 47 in je boek.
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen:
- De leerling kan uitleggen wie het kabinet is in Nederland en welke functie het kabinet heeft.
- De leerling kan het verschil tussen een minister en een staatssecretaris uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
het kabinet bestaat uit
A
koning + ministers
B
koning + staatsecretarissen
C
ministers
D
ministers + staatssecretarissen
Slide 4 - Quizvraag
regering
Bestaat uit Koning + ministers
Slide 5 - Tekstslide
Koning
Staatshoofd.
Beslist niet mee over wetten en regels.
Zet wel handtekening onder wetten.
Troonrede voorlezen op prinsjesdag.
Overleg voeren met de minister-president.
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
Ministers en staatssecretarissen beëdigen.
Slide 6 - Tekstslide
nos.nl
Slide 7 - Link
kabinet
Dagelijks bestuur Nederland.
Bestaat uit ministers + staatssecretarissen
Slide 8 - Tekstslide
ministers + staatssecretaris
Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Worden geholpen door een staatssecretaris wanneer minister heel veel taken heeft.
Slide 9 - Tekstslide
Mark Rutte
minister-president
voorzitter van de ministers
Slide 10 - Tekstslide
regeringspartijen
Het kabinet wordt gevormd door de partijen die na de verkiezingen willen samenwerken en daarmee een meerderheid in de tweede kamer hebben.
Slide 11 - Tekstslide
regeerakkoord
dit zijn de plannen van de regering voor de komende jaren.
Slide 12 - Tekstslide
www.rijksoverheid.nl
Slide 13 - Link
nos.nl
Slide 14 - Link
www.nu.nl
Slide 15 - Link
opdracht
Vul de opdrachten op het blad in.
Dit doe je zelfstandig.
Je mag je telefoon gebruiken om informatie op te zoeken.
Aan het einde van het eerste lesuur gaan we de antwoorden bespreken.
Slide 16 - Tekstslide
www.rijksoverheid.nl
Slide 17 - Link
Slide 18 - Video
wie is het kabinet in Nederland en welke functie heeft het kabinet
Slide 19 - Open vraag
wat is het verschil tussen een minister en een staatssecretaris?