Ouderen: Wat is de werkelijkheid?

Project ouderen: Wat is de werkelijkheid?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Project ouderen: Wat is de werkelijkheid?

Slide 1 - Tekstslide

Gezichtsbedrog of een optische illusie is iets wat het oog waarneemt, dat door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt.


Aan welke andere woorden denk jij als het om de werkelijkheid gaat??
In werkelijkheid/ feitelijk/ realistisch/ objectief zijn hier rechte lijnen en blokken getekend. 

Je ervaart het anders.

Slide 2 - Tekstslide

Objectief: Er staan zwarte lijnen 
Subjectief: ik zie een eekhoorn en/of een zwaan.
Welke zin is objectief?
A
Mevrouw de Wit is blij dat haar huisje weer schoon is
B
Mevrouw de Wit heeft zelf de tafel met een microvezeldoek afgenomen.

Slide 3 - Quizvraag

Het is een illusie dat je kan invullen wat een ander denkt. 
Als zorgverlener moet je objectief kunnen zijn. 
Schrijf vier belangrijk woorden op
Als zorgverlener moet je goed kunnen waarnemen. Als je gericht naar iets kijkt noem je dat observeren. Je moet dan weten wat objectief en wat subjectief is. 
Belangrijke zaken rapporteer je in het zorgdossier van de zorgvrager. 

Slide 4 - Tekstslide

Zorgverlener
Waarnemen
Observeren
Objectief 
Subjectief
Rapporteer
Zorgdossier
Zorgvrager
Schrijf vier belangrijke woorden op
Vanuit de Wmo heeft mevrouw de Wit hulp in de huishouding gekregen van de gemeente. 

De zorghulp leest in het zorgdossier van mevrouw dat er hulp nodig is met stoffen in de woonkamer. 
Ze gebruikt hiervoor de microvezelmethode. 
Hierbij let ze goed op ergonomie.

Slide 5 - Tekstslide

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
zorgdossier
huishouding
Microvezelmethode
Ergonomie
2

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:49
Wie en welke zorg kunnen mensen aanvragen via de Wmo?

Slide 7 - Woordweb

Voor wie?
  • 18jaar en ouder
  • Verst./lich./psych. beperking
  • psychosociale problemen
  • Chronisch zieken en ouderen
Soorten zorg?
Dagbesteding
Vervoer (taxi)
Huishoudelijke hulp 
Rolstoelen
Scootmobiels
Trapliften
Hulp thuis
kleinschalig wonen

01:37
Wat betekend rapporteren?
A
iets melden
B
iets voorlezen
C
onderzoek doen
D
verslag lezen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaken, doe jij dat thuis?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Schoonmaken doen we professioneel volgens een vast stappenplan. 
(niet zoals thuis). 
Drie schoonmaakregels

  • van buiten naar binnen
  • van hoog naar laag
  • van schoon (minst vuil) naar vuil

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het microvezel doekje
de spuitflacon

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen: Microvezelmethode
  • Geen schoonmaakmiddel nodig
  • droog en nat gebruik
  • neemt veel vuil op

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je met een microvezeldoek en water goed schoonmaken?
Ja
Nee
Ik twijfel

Slide 14 - Poll

Hierover kunnen de meningen verschillen!
Traditioneel schoonmaken
Dit is de manier van vroeger. 
Je gebruikt een emmer water en schoonmaakmiddelen 
Het is een veel-water-methode.
Ook gebruik je: doekjes, sponsjes, emmers en 
borstels.
Schoonmaakmiddelen ruiken lekker en  daarom lijkt iets vaak schoon, ook als dat niet zo is.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaken met microvezel
Wat is dit? Hierbij gebruiken we speciale microvezel materialen. Op deze manier maken wij op school het sanitair schoon.
Je gebruikt bij deze manier van schoonmaken weinig water        
(= klamvochtig). 
Je gebruikt GEEN schoonmaakmiddelen.

Je vraagt je nu natuurlijk af: 'Wordt iets dan wel schoon zonder schoonmaakmiddelen ?'

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom met microvezel iets wel schoon wordt zonder schoonmaakmiddelen:
1. Je maakt schoon door middel van BEWEGING
2. Een doek met microvezel bestaat uit veel héle kleine vezeldraadjes die op veel plaatsen gebroken zijn (=alleen te zien met een microscoop!)
3. Doordat de vezeldraadjes gebroken zijn ontstaan er 'scherpe' hoekjes
4. Scherpe hoekjes maken krassen in vuil
5. Stukjes vuil blijven aan de hoekjes kleven
6. Vuil plakt vast aan de microvezeldoek

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus dáárom:
Best ingewikkeld hoe zo'n doekje dan precies werkt. 
Maar ik denk dat je nu begrijpt waarom het met microvezel anders werken is dan op de 'traditionele' manier.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk om te weten:
- Je kunt een microvezeldoekje droog of klamvochtig gebruiken
- Op school gebruiken wij ROOD/ROZE en BLAUW en GROEN
- ROOD/ROZE voor de vieze dingen zoals het toilet, wielen van de rolstoel of matras van een verpleeghuismatras
- Je hebt geen emmer water nodig omdat je de doekjes voor het gebruik klamvochtig maakt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wit: Algemeen.
Rood: Sanitair.
Blauw: Interieur.
Groen: Vloeren.
Geel: Keuken/desinfectie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie rapporteer je in het zorgdossier van Mevrouw de Wit?
A
Paracetamol maximaal een tablet per keer.
B
Paracetamol 500 mg maximaal 4000 mg per dag.
C
Maximaal 500 mg per toediening.
D
Altijd twee tabletten 1000 mg nemen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Objectief en Subjectief
Je ontvangt de uitwerkbijlage van de docent. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interieur
Sanitair

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke houding neem je aan als je iets met stoffer en blik opveegt?
A
Door je hurken gaan
B
Spreidstand
C
Voorover buigen
D
Door je knie gaan

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hele kleine beestjes waar je ziek van kunt worden
A
ergonomie
B
hygiënisch
C
bacteriën
D
privacy

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezond en veilig werken voor je lichaam
A
bacteriën
B
hygiënisch
C
ergonomie
D
privacy

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een klein beetje nat
A
bacteriën
B
hygiënisch
C
ergonomie
D
klamvochtig

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies