Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Terugblik & vooruitblik
Lesdoelen
Uitleg overtuigende tekst
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Terug- en vooruitblik
Voor de vakantie: spelling en start probleemoplossende discussie.
Probleemoplossende discussie parkeren we even.
Aankomende lessen gaan we aan de slag met het schrijven van een overtuigende tekst.
Aankomende toets = schrijven van een ingezonden brief.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt...
een standpunt en argumenten herkennen in een overtuigende tekst.
een bouwplan voor een overtuigende tekst maken.
Slide 4 - Tekstslide
krantenartikel
leesboek
affiche van de H&M
ingezonden brief
handleiding van je iPhone
informerende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
instruerende tekst
overtuigende tekst
Slide 5 - Sleepvraag
Overtuigende tekst
Een overtuigende tekst is een tekst waarin je de lezer wilt overtuigen van jouw mening.
Een overtuigende tekst bevat een duidelijk standpunt.
Om je mening te verdedigen, gebruik je argumenten.
Je kunt je argumenten duidelijker maken door er ook een voorbeeld of uitleg bij te geven.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdr. 1, 2 en 4 (p. 142 - 143).
Bij opdr. 4 neem je het bouwplan over in je schrift.
Alles af? Ga lekker lezen in je boek.
Over 20 min. kijken we de opdrachten na.
Slide 7 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 1
1. Het plan om de zomervakantie te verkorten en door het jaar heen meer vrije dagen in te plannen.
2. Overtuigen.
3. Zij vindt dit een slecht plan.
4. In de eerste alinea.
5. Vier argumenten.
6. Respectievelijk in alinea 2, 3, 4 en 5.
Slide 8 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 2
Zij noemt de daglengte en het weer in andere seizoenen.
Haar zomerkamp duurt een week en valt altijd in de laatste week van de zomervakantie. Het gaat dus om het feit dat zij niet meer ‘op kamp’ kan, als de zomervakantie korter wordt.
De ouders van Yaël werken beiden. Het kost altijd veel moeite om de zomervakantie te plannen in verband met de vakantieplannen van collega’s. Dat wordt alleen moeilijker als de zomervakantie korter duurt. Het gevaar bestaat dat het gezin niet meer in zijn geheel op vakantie kan.
Zij voert aan dat zij een lange vakantie nodig heeft om ‘af te kicken’ van school. Dit kun je niet als een aantoonbaar feit zien.