HC: De verlichting - Les 8:

De Verlichting

Par 2.3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 32 min

Onderdelen in deze les

De Verlichting

Par 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat werd NIET op het Congres van Wenen afgesproken?

A
Nederland en België werden samengevoegd
B
De grenzen in Europa werden opnieuw vastgesteld
C
Het Ancien Régime werd zoveel mogelijk in ere hersteld
D
Het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie werd in ere hersteld

Slide 3 - Quizvraag

De legers van Napoleon werden definitief verslagen in
A
Leipzig
B
Dresden
C
Waterloo
D
Trafalgar

Slide 4 - Quizvraag

Het Congres van Wenen vond plaats in
A
1813
B
1815
C
1816
D
1817

Slide 5 - Quizvraag

Frankrijk wordt onmiddellijk na het Congres
A
Een koninkrijk onder leiding van de de broer van Lodewijk XVI
B
Een Republiek onder leiding van de Nationale Conventie
C
Een keizerrijk onder leiding van de neef van Napoleon
D
Een democratische staat met algemeen mannenkiesrecht

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

geloof in veranderingen van de wereld en 
de maatschappij door de mens

Slide 11 - Tekstslide

geloof in veranderingen van de wereld en 
de maatschappij door de mens

Slide 12 - Tekstslide

geloof in veranderingen van de wereld en 
de maatschappij door de mens

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

liberalisme sluit niet aan bij het gedachtegoed van Rousseau.

Slide 22 - Tekstslide

liberalisme sluit niet aan bij het gedachtegoed van Rousseau.
Rousseaus ideale maatschappij kent een directe democratie die in dienst staat van de algemene wil. De maatschappij moet zo dicht mogelijk bij de natuurstaat blijven. 

Het liberalistische streven naar bezit en dus rijkdom zijn volgens Rousseau een slechte ontwikkeling, omdat dit ongelijkheid tussen mensen onvermijdelijk maakt

Slide 23 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met 'natie'
in het woord nationalisme?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

in Nederland
Weinig aanwezig....
- burgerij was bepalend en niet een vorst, dus geen noodzaak (De Republiek)
- geen eenduidige visie (protestanten <-> katholieken)

Slide 30 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen staatsnationalisme en etnisch nationalisme.

Slide 31 - Open vraag

Waarom bestond er in de Nederlanden geen behoefte om een romantisch nationalisme te ontwikkelen?

Slide 32 - Open vraag

Waarom bestond er in de Nederlanden weinig behoefte om een staatsnationalisme te ontwikkelen?

Slide 33 - Open vraag

In hoeverre stond de religieuze verdeeldheid de ontwikkeling van het Nederlandse nationalisme in de weg?

Slide 34 - Open vraag