Identiteit

Wat heb je nodig:

1. schrift 
2. pen
3. jezelf (maar wie ben je eigenlijk?)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig:

1. schrift 
2. pen
3. jezelf (maar wie ben je eigenlijk?)

Slide 1 - Tekstslide

Identiteit

Slide 2 - Tekstslide

Wie ben jij?
Ontdekken wie je bent: veel mensen zijn er een leven lang zoet mee. 



Slide 3 - Tekstslide

Wie ben jij?

Staat je identiteit al vast? Of is deze aan (blijvende) verandering onderhevig?


Slide 4 - Tekstslide

Wie ben jij?


Je bent jezelf, maar je gedraagt je vaak toch altijd nét iets anders wanneer je in gesprek bent met je docent, of wanneer je in gesprek bent met je moeder. 

Slide 5 - Tekstslide

Wie ben jij?




In hoeverre wordt je identiteit bepaald door je relatie met anderen? Wie ben je als niemand kijkt?


Slide 6 - Tekstslide

Wie ben jij?






In hoeverre staat (jouw) identiteit onder druk, door bijvoorbeeld verwachtingen, religie, schoonheidsidealen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke identiteit
Wie ben ik?

Slide 9 - Tekstslide



Schrijf 5 zinnen op die
beginnen met 'Ik ben....'

                                     
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

"Als je jong bent, krijg je nauwelijks de kans om aan de weet te komen wie je bent, omdat anderen je dat voortdurend meedelen."

Toon Hermans

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent identiteit?
Wie ben je nou echt? Identiteit bestaat deels uit de officiële gegevens van een persoon (naam, leeftijd, enz.) en deels uit je karakter, dus wie jij bent als persoon. Ook wordt een deel van je eigen identiteit bepaald door wat je kan, dus door jouw persoonlijke vaardigheden

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent identiteit?
Wie ben je nou echt? Identiteit bestaat deels uit de officiële gegevens van een persoon (naam, leeftijd, enz.) en deels uit je karakter, dus wie jij bent als persoon. Ook wordt een deel van je eigen identiteit bepaald door wat je kan, dus door jouw persoonlijke vaardigheden
Iemands identiteit is wat een persoon uniek maakt, ieder mens is namelijk anders. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent identiteit?
Wie ben je nou echt? Identiteit bestaat deels uit de officiële gegevens van een persoon (naam, leeftijd, enz.) en deels uit je karakter, dus wie jij bent als persoon. Ook wordt een deel van je eigen identiteit bepaald door wat je kan, dus door jouw persoonlijke vaardigheden
Iemands identiteit is wat een persoon uniek maakt, ieder mens is namelijk anders. 
Identiteit kan zichtbaar gemaakt worden voor de buitenwereld. Mensen doen dit door te denken, voelen en door te doen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is jouw identiteit ?

Waar ben jij goed in?
Wat laat je daarvan aan anderen zien?
Wat wil jij uitstralen?
Wat doe of zeg jij om aan bepaalde verwachtingen te voldoen?
Wie ben je écht?

Slide 16 - Tekstslide

Identiteit = het beeld dat ...
- je van jezelf hebt;
- je uitdraagt naar anderen;
- je als kenmerkend en blijvend beschouwd;
-  is afgeleid van de groepen waar je 
wel/niet bijhoort.

Slide 17 - Tekstslide

Collectieve identiteit


Datgene wat mensen kenmerkend en blijvend vinden aan een groep


Bijvoorbeeld: eigen taal, vlag of symbolen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maarrrrrrr....
hoe kom je aan je identiteit?????

Slide 20 - Tekstslide

referentiekader

Slide 21 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 22 - Tekstslide

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe kom je aan  je referentiekader?

Dus: hoe kom je aan je waarden, je normen, je opvattingen, enz.?

Slide 24 - Tekstslide

socialisatoren
gezin
vrienden
sportclub
school
werk
kerk
social media

Slide 25 - Tekstslide

SOCIALISATIE =

Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groepen en de samenleving waartoe jij behoort .
Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.


ouders dragen de cultuur over   = overdracht 
kind ontvang de cultuur               = verwerving

Slide 26 - Tekstslide

4

Slide 27 - Video

In je essay... 
- ga je onderzoeken wie je bent en hoe je zo geworden bent; 

Slide 28 - Tekstslide

In je essay... 
- ga je onderzoeken wie je bent en hoe je zo geworden bent; 
- betrek je de rol van je sociale omgeving daarin; 

Slide 29 - Tekstslide

In je essay... 
- ga je onderzoeken wie je bent en hoe je zo geworden bent; 
- betrek je de rol van je sociale omgeving daarin; 
- vergelijk je jouw ontwikkeling met die van het (hoofd)personage uit je boek. 


Slide 30 - Tekstslide

In je essay... 
- ga je onderzoeken wie je bent en hoe je zo geworden bent; 
- betrek je de rol van je sociale omgeving daarin; 
- vergelijk je jouw ontwikkeling met die van het (hoofd)personage uit je boek. 
Daarvoor is het belangrijk dat je een analyse maakt van het (hoofd)personage uit je boek. Maak aantekeningen tijdens het lezen en noteer citaten!

Slide 31 - Tekstslide

Doen:
Lees het artikel over het essay (in de CR) 
en noteer voor jezelf de hoofd- en deelvragen die jij gaat beantwoorden in je essay (= huiswerk voor volgende week!)

Slide 32 - Tekstslide