1. Zit rechtop, met je schouders in de richting van je gesprekspartner.
2. Kijk naar de persoon die praat, maak oogcontact.
3. Denk na over wat er wordt gezegd, laat dit merken door af en toe te knikken of 'mm-hmm' te zeggen.
4. Wacht op jouw beurt om te praten; luister naar wat de ander zegt.
5. Zeg wat je wilt zeggen (stel vragen, vertel over je gevoelens en ideeën).