ik ben in staat om met behulp van het stappenplan Naamvallen het juiste persoonlijk voornaamwoord in de eerste en derde naamval in een zin te plaatsen;
ik ken de vertalingen van 'naar' in het Duits en kan deze toepassen in een zin.
Slide 4 - Tekstslide
aber zuerst...
Hören und sehen
Slide 5 - Tekstslide
www.zdf.de
Slide 6 - Link
Naamvallen zijn......???
en welke naamvallen ken je???
Slide 7 - Tekstslide
nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon' zinsdelen:
1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was? Wiederholung 2: Aufgaben 1 bis zum 8
Wie? selbstständig, online: Start; Wiederholung 2
Hilfe? Seite 67 und 68 (Grammatik) + het stappenplan
Zeit? 25 Minuten
Fertig? Slim Stampen Hoofdstuk 2
Slide 14 - Tekstslide
Heb ik de leerdoelen behaald?
Ben ik in staat om met behulp van het stappenplan Naamvallen het juiste persoonlijk voornaamwoord in de eerste en derde naamval in een zin te plaatsen;
ik ken de vertalingen van 'naar' in het Duits en kan deze toepassen in een zin.
Slide 15 - Tekstslide
Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!
Slide 16 - Tekstslide
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 17 - Tekstslide
jas uit, oortjes uit
muts/pet/capuchon af
mobiel in de wandtas
laptop gesloten op tafel
boek/schrift/pen op tafel
Slide 18 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Schrijftoets: zijn er nog vragen??
Slide 19 - Tekstslide
Tijd om je nog voor te bereiden
We beginnen om 14.15 uur met de toets!
Slide 20 - Tekstslide
An die Arbeit!
Viel Erfolg!
Slide 21 - Tekstslide
Danke für eure Aufmerksamkeit.
Bis nächstes Mal!
Slide 22 - Tekstslide
Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
na mijn startsignaal: inpakken
zitten blijven tot de bel gaat- stil
dan: klaar :)
Slide 23 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Logo Erklärt
Oefentoets verbeteren
weil/denn/das/dass/ob/oder
Leesvaardigheid
Slim Stampen
Slide 24 - Tekstslide
Lernziele:
Je bent voorbereid op de schrijftoets
Je hebt je woordenschat van Hoofdstuk 7 uitgebreid
Slide 25 - Tekstslide
aber zuerst...
Hören und sehen
Slide 26 - Tekstslide
www.zdf.de
Slide 27 - Link
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was? Alle gemarkeerde fouten in je brief verbeteren
Wie? zelfstandig
Hilfe? Mevr. De Haan
Zeit? 15 Minuten
Fertig? lever de brief weer in bij mevr. De Haan
en ga slim stampen!
Slide 28 - Tekstslide
Pause
Slide 29 - Tekstslide
Hallo
Stunde 2
Slide 30 - Tekstslide
Lernziele:
Je kunt het verschil tussen weil en denn uitleggen en je bent in staat om met deze woorden een zin te maken.
Je kunt het verschil tussen dasen dass uitleggen en je kunt deze woorden gebruiken in een zin
Je kunt het verschil tussenob en oder uitleggen en je kunt deze woorden gebruiken in een zin
Slide 31 - Tekstslide
Even herhalen
weil - denn
das - dass
ob - oder
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Let op de zinsvolgorde
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was? Oefenen met weil/denn/das/dass/ob/oder
Wie? selbstständig, op het A4 dat je krijgt
Hilfe? -
Zeit? 10 Minuten
Fertig? Ga verder met opdracht H45 en 46 (lezen) auf
Seiten 82 - 85 (met Woordenboek!!)
Slide 37 - Tekstslide
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was? lesen: Aufgabe H 45 und 46 (Seite 82-85
Wie? zelfstandig
Hilfe? Mevr. De Haan
Zeit? 25 Minuten
Fertig? ga slim stampen!
Slide 38 - Tekstslide
Heb ik de leerdoelen behaald?
kan ik het verschil tussen weil en denn uitleggen en ben ik in staat om met deze woorden een zin te maken?
kan ik het verschil tussen das en dass uitleggen en kan ik deze woorden gebruiken in een zin?
kan ik het verschil tussen ob en oder uitleggen en kan ik deze woorden gebruiken in een zin?