paragraaf 2.2: Deel II: Griekse filosofen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1

Paragraaf 2.2 Deel II

Griekse filosofie

Wat gaan we vandaag doen?

- toets bespreken

- terugblik naar afgelopen woensdag

- uitleg over Griekse filosofen

- zelf aan het werk

Waarom hebben we het hier over gehad afgelopen woensdag?

Aan het einde van de les kan je: 

uitleggen wat filosofen zijn en welke belangrijke filosofen er in de Griekse tijd leefden.

Dat doe je toch niet?!

filosofie

filos = zoon/vriend

sofia = wijsheid

Waarom?

- mythen zijn niet altijd waar

- opzoek naar antwoorden op vragen

- kritisch en nieuwsgierig zijn

- zelf de waarheid ontdekken

bekende Griekse filosofen:

1. Socrates

2. Plato

3. Aristoteles

Socrates:

- een van de belangrijkste filosofen

- Goed en kwaad (ethiek)

- socratische manier van vragen stellen

-moet zelfmoord plegen

Plato:

- leerling Socrates

- richt de akademia op

- kritiek op de democratie

Aristoteles:

- leerling van Plato

- filosoof en natuurkundige

- hoe een mens doet en leeft moet geluk opleveren

eerst:

mythologisch denken:

- verhalen vertellen over Goden

- achter elk verschijnsel een god zoeken

Nu:

wetenschappelijk denken:

- opzoek naar antwoorden op vragen. 

- kritisch en nieuwgierig

- waarheid ontdekken

Belangrijke personen: Socrates, Plato, Aristoteles.

Vragen?

Volgende week woensdag les van meneer Bijen, 

Volgende week vrijdag SO over de Grieken (paragraaf 2.1 en 2.2)

nadenken over goed en kwaad

straks volgen er verschillende dilemma's, welke keuze maak jij?

dilemma 1: Stel je voor: een vriend/vriendin geeft een feestje in deze coronatijd. Ga je daar naar toe ja of nee en waarom?

dilemma 2: verzorgingshuizen moeten op slot in deze coronatijd.

dilemma 3: mag de overheid jou verplichten om donor te worden?