,

doedagles

Hi! Welkom bij Nederlands!
Zoek een plekje en ga rustig zitten :-)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hi! Welkom bij Nederlands!
Zoek een plekje en ga rustig zitten :-)

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik


Mijn naam is  mevrouw Bekius en ik geef Nederlands op Bornego Junior. 

Slide 2 - Tekstslide


Waar denk jij aan bij het vak Nederlands?


Slide 3 - Tekstslide

Het schoolvak Nederlands
  • Drie lessen per week van een uur in jaar 1.
  • Het jaar is verdeeld in vier perioden. 

Taalverzorging
Taal & communicatie
Leesvaardigheid
Grammatica
Fictie
Schrijfvaardigheid
Poëzie
Kahoot!
YouTube
Werkwoordspelling
Samenwerken
iPad

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag

We gaan een raadgedicht oplossen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een raadgedicht
Een raadgedicht is een gedicht waarin één woord ontbreekt. 
Dit woord is afgedekt en jij mag het raden. 

Hierdoor ga je extra goed lezen en zelf nadenken over het gedicht. Hoe zou jij het afmaken?

Goed of fout is niet het belangrijkst. Misschien bedenk je wel een beter woord dan de dichter!

Slide 6 - Tekstslide

Bede oplossing is:
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

oplossing

bonnetje

Slide 8 - Tekstslide

Dictee
Noteer de juiste spelling van het woord op je werkblad. 

Slide 9 - Tekstslide

verrassing

Slide 10 - Tekstslide

interview

Slide 11 - Tekstslide

onmiddellijk

Slide 12 - Tekstslide

interessant

Slide 13 - Tekstslide

pyjama

Slide 14 - Tekstslide

pannenkoek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Grammatica
Benoem de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin:

De enthousiaste leerlingen van de leuke basisscholen, volgden de interessante, leerzame lessen. 

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
enthousiaste
leuke
interessante
leerzame

Slide 18 - Tekstslide

Grammatica
Benoem de werkwoorden uit onderstaande zinnen:

De leerlingen gaan de opdrachten maken. 
Ze vinden het leuk.
Vanmiddag mogen ze weer sporten. 

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
gaan 
maken
vinden
mogen
sporten

Slide 20 - Tekstslide

Grammatica
Benoem de zelfstandig  naamwoorden uit onderstaande zinnen:

De jongens en meisjes volgen de lessen. 
De leerlingen leren nieuwe dingen. 

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
jongens
meisjes
lessen
leerlingen
dingen

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn spreekwoorden
  •  Spreekwoorden zijn korte uitspraken die een wijsheid of levensles bevatten.

  • Vaak proberen spreekwoorden je aan te moedigen tot goed gedrag en keuren ze ongewenste gedrag af. 

  • Als je de betekenis van de spreekwoorden niet kent, kunnen ze soms voor verwarring zorgen.

Slide 23 - Tekstslide


a. De appel valt niet ver van de boom. 
b. Als de kat van huis, dansen de muizen op tafel. 
c. Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.
d. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. 
e. Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. 
f. Spreken is zilver, zwijgen is goud. 

1. Als één persoon iets nieuws probeert, durven de anderen ook. 
2. Nergens zo gezellig als thuis. 
3. Hij wil alleen maar gerechten eten die hij al kent. 
4. Soms is het beter om niks te zeggen. 
5. Kinderen lijken vaak op (één van) hun ouders. 
6. Als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin. 
Hieronder staan links zes spreekwoorden. Rechts vind je de betekenissen. Koppel het juiste spreekwoord aan de juiste betekenis. 

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden
A=5
B=6
C=3
D=2
E=1
F=4

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een haiku


  • Een superkort, niet-rijmend gedicht. 
  • Een haiku bestaat uit drie regels van 5, 7 en 5 lettergrepen

Slide 26 - Tekstslide

?
Hoeveel lettergrepen heeft het woord


  • 3
LETTERGREEP

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Een woordspin maken

  • Groepje van 4 

  • Kies een thema: bijvoorbeeld HERFST
  • Schrijf woorden op die te maken hebben met het thema. Het kan iets zijn dat je ziet, wat er gebeurt, wat je hoort, wat je ruikt, wat je voelt. 
  • Bijvoorbeeld: bos, vallende bladeren, mooie kleuren, het geluid van ritselende bladeren, de geur van bomen, ruisen van de wind.
Stap 1

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide


Schrijf 5 woorden op die je wil gebruiken bij jouw haiku
bos, bomen, bladeren, wind, ruisen

  • Regel 1: wat zie je? Een bos met bomen
  • Regel 2: wat gebeurt er? De bladeren vallen
  • Regel 3: wat hoor of voel je? Het ruisen van de wind



Stap 2

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf je haiku


Een bos met bomen = 5 lettergrepen
De bladeren vallen = 6 lettergrepen
Het ruisen van de wind = 6 lettergrepen




Een bos met bomen = 5
De bladeren vallen stil = 7
Ruisen van de wind = 5
EISEN: drie regels van 5, 7 en 5 lettergrepen
Stap 3

Slide 33 - Tekstslide

Voorlezen

Wie wil zijn/haar haiku voorlezen?
  




Slide 34 - Tekstslide

Heel leuk dat je er was
&
wie weet tot snel!

Slide 35 - Tekstslide