Vitale functies VIG

Persoonlijke verzorging 2
Vitale functies
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging 2
Vitale functies

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Planning
  • Lesdoelen
  • Voorkennis activeren
  • Theorie: Vitale functies
  • Werken aan deelopdracht 1
  • Evalueren
  • Vooruitblik 

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student benoemen wat vitale functies zijn
  • Aan het einde van de les kan de student benoemen welke vitale functies je kan meten

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
  1. Rechter atrium (boezem)
  2. Linker atrium
  3. Bovenste holle ader
  4. Aorta
  5. Longslagader
  6. Longader
  7. Mitralisklep
  8. Aortaklep
  9. Linker ventrikel (kamer)
  10. Rechter ventrikel
  11. Onderste holle ader
  12. Tricuspidalisklep
  13. Pulmonalisklep 

Slide 5 - Tekstslide

1

Slide 6 - Video

00:30
Wat zijn vitale functies?

Slide 7 - Open vraag

Vitale functies komt van 'vita'
Wat betekent 'vita'
A
Belangrijk
B
Krachtig
C
Leven
D
Vitamine

Slide 8 - Quizvraag

Welke vitale functies kun je meten?

Slide 9 - Woordweb

Welke vitale functies kan je meten?
  • Ademhaling
  • Hartslag
  • Bloeddruk
  • Lichaamstemperatuur
  • Bewustzijn 

Slide 10 - Tekstslide

Ademhaling
Bij het beoordelen van de ademhaling wordt op de volgende punten gelet:
  • Ademhalingsfrequentie per minuut
  • Regelmaat
  • Diepte
  • Bijgeluiden
  • Kenmerken van kortademigheid

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de normale ademfrequentie van een volwassene?
A
12 - 20 x/min.
B
20 - 25 x/min.
C
40 - 60 x/min.
D
60 - 80 x/min.

Slide 12 - Quizvraag

Ademhalingsfrequentie
De ademhalingsfrequentie wordt uitgedrukt in het aantal ademhalingen per minuut.

De ademhalingsfrequentie gemiddeld 15 tot 17 ademhalingen per minuut

Waarde tussen de 12 en 20 keer per minuut wordt als normaal aangehouden.

Slide 13 - Tekstslide

Observeren ademhaling
De ademhaling wordt geobserveerd door te kijken naar het op en neer gaan van de borstkas en buik.

 Eén inademing en één uitademing tellen samen als één ademhaling. 

Om de ademhalingsfrequentie te meten dienen de ademhalingen gedurende 30 seconden geteld te worden.

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

00:25
Wat is een goede waarde voor de zuurstofsaturatie?
A
36 - 40%
B
56 - 60%
C
76 - 80%
D
96 - 100%

Slide 16 - Quizvraag

00:00
Wat meet je met de saturatiemeter?
A
Ademfrequentie
B
Hoeveel lucht iemand inademt
C
% zuurstof dat aan rode bloedcellen is gebonden
D
% zuurstof dat zich in de longen bevindt

Slide 17 - Quizvraag

Saturatiewaarden
  • Normaal 96 - 100%
  • Bij COPD, hartfalen: 92 - 100%

Slide 18 - Tekstslide

Hartslag
Wanneer het hart samentrekt wordt het bloed de slagaders ingepompt.

De hartslag is goed te voelen op plekken waar de slagaders dicht onder de huid lopen.

De hartslag wordt op drie punten beoordeelt:
  • Frequentie
  • Regelmaat
  • Kracht





Slide 19 - Tekstslide

Beoordelen hartslag
Hartfrequentie

De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut.

Normaalwaarde tussen de 60 en 100 slagen per minuut.

hartfrequentie <60 per minuut wordt een bradycardie genoemd
hartfrequentie >100 per minuut wordt tachycardie genoemd


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

1

Slide 22 - Video

01:14
Wat is de hartfrequentie van deze dame?
A
15 x/min.
B
20 x/min.
C
60 x/min.
D
80 x/min.

Slide 23 - Quizvraag

Bloeddruk
De bloeddruk wordt uitgedrukt in twee getallen:
  • Bovendruk (systolische druk)
  • Onderdruk (diastolische druk)

Normaalwaarden: 120/ 80 mmHg


Slide 24 - Tekstslide

Bloeddruk
De bloeddruk schommelt gedurende de dag.

De bloeddruk beïnvloed door inspanning en emoties.

Een langdurig hoge bloeddruk verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. 

Slide 25 - Tekstslide

3

Slide 26 - Video

Lichaamstemperatuur
De kerntemperatuur is de temperatuur die 
heerst in de romp en de hersenen.

De kerntemperatuur schommelt tussen 
de 36,5 en 37,5 graden.



Slide 27 - Tekstslide

00:24
Hoe veel cm. moet de manchet boven de elleboogplooi worden aangebracht?
A
0 cm.
B
2 - 3 cm.
C
3 - 4 cm.
D
4 - 5 cm.

Slide 28 - Quizvraag

01:11
Wat hoor je bij de eerste harttoon?
A
De bovendruk
B
De polsdruk
C
De onderdruk
D
De hartdruk

Slide 29 - Quizvraag

01:43
Wat kun je zeggen over de bloeddruk van deze mevrouw?
A
Ze heeft hypertensie
B
Ze heeft een normale bloeddruk
C
Ze heeft hypotensie

Slide 30 - Quizvraag

Lichaamstemperatuur
De volgende begrippen worden aangehouden om de kerntemperatuur te beschrijven:

  • Ondertemperatuur: <36 graden.
  • Normale temperatuur: 36,5 tot 37,5 graden.
  • Verhoging (subfebriele temperatuur) 37,5 tot 38,0 graden.
  • Koorts: >38,0 graden.


Slide 31 - Tekstslide

1

Slide 32 - Video

00:57
Hoe heet het als je de temperatuur meet in het oor?
A
Axillair
B
Oraal
C
Rectaal
D
Timpanisch

Slide 33 - Quizvraag

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel)
  • Oraal (mond)
  • Tympanisch (oor)
  • Voorhoofd met infrarood

Slide 34 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over
de temperatuur op deze thermometer?
A
Hypothermie
B
Koorts
C
Normaal
D
Verhoging

Slide 35 - Quizvraag

Bewustzijn
De vitale parameter bewustzijn zegt wat over het functioneren van de hersenen.

Een stoornis in het bewustzijn heeft verschillende oorzaken, zoals:
  • Hersenletsel,
  • Problemen met ademhalen,
  • Hartstilstand
  • Bepaalde ziekten, voorbeelden zijn epilepsie en diabetes mellitus.

Slide 36 - Tekstslide

Verschillende gradaties van een verstoord bewustzijn
Een verstoord bewustzijn ingedeeld in drie gradaties.
  • Een (licht) verminderd bewustzijn;
  • Lichte bewusteloosheid;
  • Bewusteloosheid/coma.

Slide 37 - Tekstslide

Glasgow Coma Scale
Ander woordt voor de Glasgow Coma Scale is de EMV score.


Eye, Movement en Verbal. 

Slide 38 - Tekstslide

Glasgow Coma Scale

Slide 39 - Tekstslide

3

Slide 40 - Video

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student benoemen wat vitale functies zijn
  • Aan het einde van de les kan de student benoemen welke vitale functies je kan meten

Slide 41 - Tekstslide

01:35
Wat is de score van een zorgvrager die bij aanspreken de ogen opent?
A
E 2
B
E 3
C
M 2
D
M 3

Slide 42 - Quizvraag

03:39
Wat is de score van een zorgvrager die beide duimen in de lucht steekt als dat wordt gevraagd?
A
M 1
B
M 6
C
V 1
D
V 6

Slide 43 - Quizvraag

06:11
Wat is de score van een zorgvrager die niet weet waar hij is en welke dag het is?
A
V 1
B
V 2
C
V 4
D
V 5

Slide 44 - Quizvraag

Vooruitblik
24-05-2023
Anatomie huid/ decubitus en intertrigo

Voorbereiding:
Neem een risicoscorelijst mee van je werkplek 

Slide 45 - Tekstslide