vitale functies

Vitale functies
hartslag
saturatie
bloeddruk
temperatuur
ademhaling
bewustzijn
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies
hartslag
saturatie
bloeddruk
temperatuur
ademhaling
bewustzijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke verzorging 
Vitale functies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Observeren / Vitale functies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitale functies
Wat kan je meten en observeren?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling
Bij het beoordelen van de ademhaling wordt op de volgende punten gelet:
  • Ademhalingsfrequentie per minuut
  • Regelmaat
  • Diepte
  • Bijgeluiden
  • Kenmerken van kortademigheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsfrequentie
De ademhalingsfrequentie wordt uitgedrukt in het aantal ademhalingen per minuut.

De ademhalingsfrequentie gemiddeld 14 tot 18 ademhalingen per minuut


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren ademhaling
De ademhaling wordt geobserveerd door te kijken naar het op en neer gaan van de borstkas en buik.

 Eén inademing en één uitademing tellen samen als één ademhaling. 

Om de ademhalingsfrequentie te meten dienen de ademhalingen gedurende 30 seconden geteld te worden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

intrekkingen

Slide 9 - Video

shine stokes ademhaling
lange pauzes, diepe ademhalingen
vanaf 45 sec
mensen zijn vaak in hun laatste fase
aan de slag met de ademhaling

Slide 10 - Tekstslide

ik ga het eerst voordoen, ik ga normaal ademhalen, hun gaan tellen

ik ga hyperventileren hun gaan tellen
ik ga mijn adem vasthouden en daarna weer tellen

daarna in duo's oefenen
Saturatiewaarden
  • Normaal 96 - 100%
  • Bij COPD, hartfalen: 92 - 100%


oefenen met meten

Slide 11 - Tekstslide

COPD is een longaandoening

bij normale saturatie mooie roze lippen
bij zuurstoftekort, andere ademhaling, blauwe verkleuring van de mond, cyanose noem je dat
Hartslag
Wanneer het hart samentrekt wordt het bloed de slagaders ingepompt.

De hartslag is goed te voelen op plekken waar de slagaders dicht onder de huid lopen.
welke plekken zijn dat??

De hartslag wordt op drie punten beoordeelt:
  • Frequentie
  • Regelmaat
  • Kracht





Slide 12 - Tekstslide

plekken waar de hartslag goed te voelen is:


voel maar eens aan de kracht van de pols van je buurvrouw/buurman

1. Pols (Radiale Arterie)
Plaats twee vingers (meestal wijs- en middelvinger) aan de binnenkant van de pols, net onder de basis van de duim.
Dit is een van de meest gebruikte plekken om de hartslag te meten.
2. Hals (Carotis Arterie)
Plaats twee vingers aan de zijkant van de keel, net naast de luchtpijp.
Gebruik lichte druk, omdat te veel druk kan leiden tot duizeligheid.
3. Bovenarm (Brachiale Arterie)
Dit punt wordt vaak gebruikt bij baby's. Plaats je vingers aan de binnenkant van de bovenarm, tussen de biceps en triceps.
4. Lies (Femoraal Arterie)
Voel in de liesstreek, waar de dij overgaat in de romp. Deze locatie wordt vaak gebruikt in medische situaties.
5. Voet (Dorsalis Pedis Arterie)
Voel aan de bovenkant van de voet, net boven de grote teen.
6. Enkel (Posterior Tibiale Arterie)
Plaats je vingers net achter de binnenkant van het enkelbot.
Door lichte druk uit te oefenen op een van deze plekken kun je het pulseren van de slagader voelen, wat een directe indicatie is van de hartslag.
Beoordelen hartslag
Hartfrequentie

De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut.

Normaalwaarde tussen de 60 en 90 slagen per minuut.

hartfrequentie <60 per minuut wordt een bradycardie genoemd
hartfrequentie >100 per minuut wordt tachycardie genoemd


Slide 13 - Tekstslide

meet de hartslag voor 15 sec dan vermenigvuldigen met 4
liever 30 sec en dan keer 2, is meer betrouwbaar

De gebruikelijke plaats om de hartslag te controleren is de pols. Als dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij amputaties), of als de polsslag moeilijk te voelen is, probeer dan de andere mogelijkheden. Leg de wijsvinger en middelvinger met een lichte druk op de juiste plaats. Leg bij de polsslag de vingers aan de binnenzijde van de pols van de zorgvrager, aan de kant van de duim, op het einde van het spaakbeen.
aan de slag met de hartslag
- meten in rust
- meten na inspanning, ren de trap 2 verdiepingen op en af in snel tempo
of doe 20 squats
- doe de meting bij de halslagader en op de pols

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
                                                                                   wat is het?

Het bloed wordt door het hart in de verschillende slagaders gepompt. Zo zorgt het hart ervoor dat het bloed door het bloedvatenstelsel stroomt. Het stromende bloed oefent druk uit op de bloedvaten. Deze druk is niet in alle bloedvaten even hoog. De druk in de bloedvaten vlak bij het hart (aorta en longslagader) is het hoogst; verderop in het bloedvatenstelsel wordt deze druk steeds lager.

Slide 15 - Tekstslide



Stel je bloeddruk voor als een waterleiding in je lichaam. Je hart is als een pomp die water (bloed) door de leidingen (je bloedvaten) duwt.

Bovendruk is hoe hard de pomp het water door de leidingen duwt op het moment dat het hart samentrekt. Onderdruk is hoe veel druk er nog over is in de leidingen als de pomp even pauze neemt.

Als de druk te hoog is, kunnen de leidingen beschadigen. Als de druk te laag is, stroomt het water niet goed genoeg rond. Daarom is het belangrijk dat je bloeddruk precies goed is, zodat alles soepel blijft werken! 
Bloeddruk
De bloeddruk wordt uitgedrukt in twee getallen:
  • Bovendruk (systolische druk)
  • Onderdruk (diastolische druk)

Normaalwaarden: 120/ 80 mmHg
wordt beschreven als RR, dat betekent Riva Rocci, de uitvinder van de bloeddruk


Slide 16 - Tekstslide

neem protocol erbij van vilans

Stel je bloeddruk voor als een waterleiding in je lichaam. Je hart is als een pomp die water (bloed) door de leidingen (je bloedvaten) duwt.

Bovendruk is hoe hard de pomp het water door de leidingen duwt op het moment dat het hart samentrekt. Onderdruk is hoe veel druk er nog over is in de leidingen als de pomp even pauze neemt.

Als de druk te hoog is, kunnen de leidingen beschadigen. Als de druk te laag is, stroomt het water niet goed genoeg rond. Daarom is het belangrijk dat je bloeddruk precies goed is, zodat alles soepel blijft werken! 
Bloeddruk
De bloeddruk schommelt gedurende de dag.

De bloeddruk beïnvloed door inspanning en emoties.

Een langdurig hoge bloeddruk verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
belangrijke punten:
- altijd meten aan dezelfde arm
- nooit aan een arm meten die een wond heeft, een infuusnaald een verlamming, oedeem
- nooit aan de zijde waarbij er een amputatie is geweest, denk aan borstamputatie
- oppompen tot 200 mhg
- bij een afwijkende meting doe je een controle meting aan dezelfde kant, hier moet 1 minuut tussen zitten
- beste houding:
Zittend met de rug tegen de rugleuning van een stoel.
Benen niet gekruist; de voeten plat op de grond.
Blote arm rustend op tafel; het midden van de bovenarm ter hoogte van het hart; de hand ontspannen en niet in een vuist. 
- niet praten tijdens de meting

Slide 18 - Tekstslide

voordoen aan de hand van het vilans protocol
aan de slag met de bloeddruk
- ga met het vilans protocol ernaast de bloeddruk meten
- doe de meting 2 keer aan dezelfde arm

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstemperatuur
De kerntemperatuur is de temperatuur die 
heerst in de romp en de hersenen.

De kerntemperatuur schommelt tussen 
de 36,5 en 37,5 graden.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstemperatuur
De volgende begrippen worden aangehouden om de kerntemperatuur te beschrijven:

  • Ondertemperatuur: <35,5 graden.
  • Normale temperatuur: 35,5 tot 37,5 graden.
  • Verhoging (subfebriele temperatuur) 37,5 tot 38,0 graden.
  • Koorts: >38,0 graden.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel)
  • Oraal (mond)
  • Tympanisch (oor)
  • femoraal ( lies )
  • Voorhoofd met infrarood

Slide 22 - Tekstslide

rectaal exacte waarde
axillair 0,5 erbij optellen
mond 0,3 °C, let op geen koud of warm eten
femur 0,5 °C

bewustzijn
geen reactie
reactie op pijn
reactie op aanspreken
alert
onrust

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vitale functies scoren

Slide 24 - Tekstslide

maak een casus en laat ze de score uitrekenen

mw x, 85 jaar
opgenomen ivm een longontsteking
Ademhaling is 23 per minuut
polsslag 109 slagen per minuut
bloeddruk systole 97 diastole 50
temperatuur 39,6 graden
urineproductie is 50 ml per uur

bewustzijn reageert op aanspreken


opdracht
maken uit boek persoonlijke basiszorg, module 8 de praktijksituatie, vraag 3 en 4 mag je overslaan

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies