Content creatie 3

H2a
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Future MediaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H2a

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Content creatie
Les 3

Laptop en schrift op tafel

Slide 3 - Tekstslide

Planning van vandaag:
  • Huiswerk  --> Sway ingeleverd?
  • Terugblik op de vorige les.
  • Theorie: als je een dik gedrukt woorden
  • 2x korte oefening
  • Aan de slag met jullie 3e verhaal!

Slide 4 - Tekstslide

Weten jullie nog?
-> Wat betekent: "autobiografisch"?
-> Wat betekent: "zintuiglijk schrijven"?


Slide 5 - Tekstslide

Vandaag: plot schrijven
Wat is een plot?


Slide 6 - Tekstslide

Vandaag: plot schrijven
Wat is een plot?

De structuur van een verhaal.

Waarom heeft een verhaal structuur nodig?

Slide 7 - Tekstslide

Plot schrijven
Omdat het anders voor de lezer moeilijk te begrijpen is,
en als de lezer iets niet begrijpt haakt hij of zij sneller af.

Slide 8 - Tekstslide

Plot schrijven
Vandaag:
  • Protagonist
  • Antagonist
  • Conflict
  • Plotvraag

Slide 9 - Tekstslide

Protagonist
De protagonist is het personage (uitbeelding van een persoon) waar het verhaal om draait. 

In een goed verhaal wil de protagonist iets bereiken. 

Slide 10 - Tekstslide

Antagonist
De antagonist is de tegenspeler van de protagonist.

De antagonist werkt de protagonist (bewust of onbewust) tegen in wat het wil bereiken.

Een antagonist hoeft niet altijd een mens te zijn. Het kan ook een dier zijn, een object of een situatie.

Slide 11 - Tekstslide

Conflict
Doordat de protagonist en de antagonist beiden iets anders willen of doen ontstaat er: conflict

Zonder conflict is een verhaal niet interessant om te lezen of naar te kijken. 

Slide 12 - Tekstslide

Plotvraag
In een plot zit vaak een plotvraag:

Dit is de vraag die de lezer/kijker nieuwsgierig moet houden. Als je nieuwgierig bent naar de afloop van een verhaal, blijf je lezen of kijken. Zo niet, dan haak je af. 

Wat kan een plotvraag zijn in een verhaal?

Slide 13 - Tekstslide

Plotvraag
  • Komt het goed? 
  • Eindigen ze samen?
  • Wie is de dader?
  • Blijven ze in leven?
  • Zullen ze uiteindelijk trouwen?
  • Worden ze kampioen?

m.a.w.: hoe loopt het af!?

Slide 14 - Tekstslide

Oefening 1

Kijk naar de volgende afbeeldingen, is dit de protagonist of de antagonist?

Slide 15 - Tekstslide

PROTAGONIST
ANTAGONIST

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Oefening 2
Kijk het filmpje. 

Schrijf op:
-> Wie de protagonist is.
-> Wie de antagonist is.
-> Wat het conflict is.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Vier elementen van een goed verhaal:
1. Protagonist                      (die iets wil bereiken)
2. Antagonist                       (die de protagonist bewust of onbewust tegenwerkt)
3. Conflict                              (hoe werkt de A. de P. tegen?)
4. Plotvraag                           (houdt de kijker/lezer nieuwsgierig)

Deze elementen gelden zowel voor een geschreven verhaal, als voor een strip, als voor een serie, als voor een film, etc. 


Slide 23 - Tekstslide

Jullie schrijfopdracht van vandaag...

Slide 24 - Tekstslide

Kathleen Kennedy
Filmproducent in Hollywood

Slide 25 - Tekstslide

Kathleen's opdracht aan jullie
  • Budget van $20 miljoen aan het beste filmverhaal.
  • Jij gaat een pitch schrijven.
  • Pitch mag niet langer zijn dan 20 zinnen.
  • In de pitch moeten de vier elementen duidelijk aan bod komen!

Slide 26 - Tekstslide

Het onderwerp van de film:
"School in het jaar 2824

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf je pitch!
Vier elementen:
1. Protagonist (die iets wil bereiken)
2. Antagonist (die de protagonist bewust of onbewust tegenwerkt)
3. Conflict (hoe werkt de A. de P. tegen?)
4. Plotvraag (houdt de kijker nieuwsgierig)


Maximaal 20 zinnen!

Een aantal van jullie lezen hun pitch straks voor!



"Ik ben klaar" bestaat niet. Kijk naar de timer en bedenk wat je nog kan verbeteren.
timer
25:00

Slide 28 - Tekstslide

Pitchen
Wie leest zijn/haar pitch voor?

Let goed op.....
- Zijn protagonist en antagonist duidelijk?
- Is het conflict duidelijk?
- Houdt de plotvraag je nieuwsgierig?



Slide 29 - Tekstslide

Sway
Typ jouw verhaal in jouw Sway.

Slide 30 - Tekstslide

Terugblik
Staat de betekenis van deze woorden al in je schrift?

- Plot
- Protagonist
- Antagonist
- Conflict
- Plotvraag

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk


Lever jouw SWAY in via Teams, hier staan nu drie verhalen in.

Slide 32 - Tekstslide