irregular verbs 5

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to do ----------    did       -------   done 
to fly ----------     flew     -------   flown
to go ---------      went    -------   gone
hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 3 - Tekstslide


   Het eerste rijtje = het hele werkwoord
                      (tegenwoordige tijd)

                to do
                to  fly
                to  go
1

Slide 4 - Tekstslide

   
       Het tweede rijtje = de verleden tijd
                                             (past tense)

                did
                flew
                went
    

2

Slide 5 - Tekstslide


het derde rijtje = de voltooide tijd
                                 (past participle)

             done
             flown
             gone
         
3

Slide 6 - Tekstslide

hij rende
A
he run
B
he ren
C
he ran
D
he rin

Slide 7 - Quizvraag

hij heeft gerend
A
he has ren
B
he has run
C
he has rin
D
he has ran

Slide 8 - Quizvraag

jij zei
A
you sayed
B
you said
C
you sayd
D
you saied

Slide 9 - Quizvraag

wij hebben gezegd
A
we have sayed
B
we have sayd
C
we have saied
D
we have said

Slide 10 - Quizvraag

wij zagen
A
we saw
B
we sawed
C
we seen
D
we seened

Slide 11 - Quizvraag

zij heeft gezien
A
she have seen
B
she have saw
C
she has seen
D
she has saw

Slide 12 - Quizvraag

hij verkocht
A
he solded
B
he sold
C
he solted
D
he solt

Slide 13 - Quizvraag

zij hebben verkocht
A
they have selled
B
they have sell
C
they have sold
D
they have solded

Slide 14 - Quizvraag

ik schudde
A
I shaken
B
I shake
C
I shaked
D
I shook

Slide 15 - Quizvraag

wij hebben geschud
A
we have shaken
B
we have shooken
C
we have shook
D
we have shaked

Slide 16 - Quizvraag

hij heeft geschoten
A
he has shooted
B
he has shot
C
he have shooted
D
he have shot

Slide 17 - Quizvraag

wij hebben laten zien/ toonde
A
we have showned
B
we have shown
C
we have showd
D
we have showed

Slide 18 - Quizvraag

zij zongen
A
they sing
B
they sung
C
they sang
D
they seng

Slide 19 - Quizvraag

ik sliep
A
I sleeped
B
I slept
C
I sleaped
D
I sleapt

Slide 20 - Quizvraag

wij hebben gezeten
A
we have sit
B
we have sitted
C
we have sat
D
we have satted

Slide 21 - Quizvraag

zij heeft geroken
A
she has smelt
B
she has smelled
C
she have smelt
D
she have smelled

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link