6. Bij allerlei andere (eigen)namen en merknamen.
Voorbeeld: de Nederlandse Spoorwegen, de Hartstichting, de Belastingdienst, de Bijenkorf, de Poolster, hotel Zeezicht, winkelcentrum Middenwaard, de Volkskrant, een
Pietje Precies, een Magnum, Dreft, een Citroën.
Namen van culturele (kunst), maatschappelijke en religieuze stromingen schrijf je niet met een hoofdletter.
Voorbeeld: het impressionisme, het socialisme, het christendom, de islam.