4.1 Een eigen bedrijf.

Een eigen bedrijf
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Een eigen bedrijf

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les..
- De laatste 2 presentaties
- 4.1 Een eigen bedrijf

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wil er later een eigen bedrijf hebben?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les ken je
- De stappen om een bedrijf op te richten
- De ondernemingsvormen


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen de voordelen zijn van een eigen bedrijf hebben?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen de nadelen zijn van een eigen bedrijf hebben?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor- nadelen eigen bedrijf
Voordelen:
- veel vrijheid
- Je goede idee uitwerken

Nadelen:
- Ondernemingsrisico
- Geen vangnet

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe start je een eigen bedrijf?
1. Controleer wet en regelgeving in de gemeente
 - Bestemmingsplan
- vergunningen

2. Schrijf je in bij het handelsregister (KvK)
- Je voldoet aan de criteria van een onderneming
- Je bedrijfsnaam bestaat nog niet 

Slide 8 - Tekstslide

Je levert diensten en/of producten.

Je vraagt hier meer voor dan de kostprijs: een (commerciële) prijs of uurtarief waar je geld aan verdient.

Je doet zaken met andere mensen dan alleen vrienden of familie en gaat ook de concurrentie aan met ondernemers die dezelfde of gelijkwaardige diensten of producten verkopen.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechtspersonen
Natuurlijke personen - De eigenaar van het bedrijf is aansprakelijk voor gemaakte schulden

Rechtspersonen - het bedrijf zelf is aansprakelijk voor gemaakte schulden.

Slide 10 - Tekstslide

Je levert diensten en/of producten.

Je vraagt hier meer voor dan de kostprijs: een (commerciële) prijs of uurtarief waar je geld aan verdient.

Je doet zaken met andere mensen dan alleen vrienden of familie en gaat ook de concurrentie aan met ondernemers die dezelfde of gelijkwaardige diensten of producten verkopen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder met huiswerk
verder met 4.2

Slide 12 - Tekstslide

Je levert diensten en/of producten.

Je vraagt hier meer voor dan de kostprijs: een (commerciële) prijs of uurtarief waar je geld aan verdient.

Je doet zaken met andere mensen dan alleen vrienden of familie en gaat ook de concurrentie aan met ondernemers die dezelfde of gelijkwaardige diensten of producten verkopen.
Evaluatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies