1.1 Oorzaken van de nieuwe grondwet

Democratisering van Nederland 1848 - 1919
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Democratisering van Nederland 1848 - 1919

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Check in
  • Uitleg:  Oorzaken van de nieuwe grondwet
  • Aan de slag
  • Check out

Slide 2 - Tekstslide

Ik vind politiek in Nederland:
A
Interessant
B
To-taal niet boeiend
C
Ingewikkeld
D
Een poppenkast

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Een parlement is...
A
De Tweede Kamer
B
De groep ministers die het land besturen
C
Een deel van het volk dat mee mag beslissen over politiek
D
De koning en zijn gezin

Slide 5 - Quizvraag

1.1.1 Oorzaken voor een nieuwe grondwet

Slide 6 - Tekstslide

NL als monarchie
  • 1813: Nederland wordt een monarchie = land met koning 
  • Maar... het is een constitutionele monarchie = koning moet zich aan de grondwet houden

Slide 7 - Tekstslide

NL als monarchie
  • 1815: NL krijgt een grondwet = document met
  1. Regels van bestuur van de overheid
  2. Alle grondrechten van een burger = aangeboren recht

Slide 8 - Tekstslide

NL als monarchie
  • 1815: NL krijgt een grondwet = document met
  1. Regels van bestuur van de overheid
  2. Alle grondrechten van een burger = aangeboren recht

Slide 9 - Tekstslide

Bestuur in de monarchie
  • De koning en ministers zijn samen de regering
  • Zij hadden heel veel macht
  • Het parlement is de Eerste en Tweede Kamer
  • Zij hadden maar heel weinig macht

Slide 10 - Tekstslide

1848: Opstand in Europa!
  • In Europa komen mensen in opstand tegen koningen
  • Willem II is bang
  • Hij heeft Thorbecke de opdracht een democratische grondwet te maken = meer inspraak voor het volk

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees 1.1.1 Oorzaken van de nieuwe grondwet
  • Maak bij 1.1.1 opgave 1 t/m 5
  • Klaar? Doe rustig iets voor jezelf.
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide


Slide 13 - Open vraag