Grammatica §4 onderwerp

• Nederands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Leg je deze materialen op tafel?

Ipad

Nederlandse lesboek

een schrift

pen/markeerstift 

Kleurtjes

Programma vandaag

- Lezen in leesboek

- Herhaling + uitleg grammatica zinsdelen: 

pv + zinsdelen + onderwerp (ow)

Zelfstandig werken

Lezen

Doelen

• Grammatica zinsdelen: Je kunt de pv herkennen in een zin en een zin in zinsdelen vinden.
• Je voegt het vinden van het onderwerp toe aan je kennis
• Je werkt zelfstandig aan verschillende opdrachten.

Persoonsvorm

Een zin heeft altijd een persoonsvorm!

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

Persoonsvorm vinden

Wij gebruiken 2 manieren:

• de vraagproef
• de tijdproef

Waar kloppen de zinsdelen?

1. Gisteren moest| de dierenarts| heel vroeg| op | pad
2. Gisteren | moest | de dierenarts | heel vroeg | op pad
3. Gisteren| moest | de | dierenarts | heel vroeg | op pad
4. Gisteren| moest| de dierenarts| heel | vroeg| op pad

Verdeel deze zin in zinsdelen:
Jouw broer heeft gisteren een wedstrijd gespeeld.

Het onderwerp

ONDERWERP:

Elke zin heeft een onderwerp.

Het onderwerp hoort bij de persoonsvorm.

De persoonsvorm en het onderwerp moeten allebei enkelvoud of meervoud zijn.

Onderwerp

Om achter het onderwerp te komen heb je de persoonsvorm nodig.

wie of wat + pv

Franek loopt op straat

WIE loopt?

Isa loopt naar het wokrestaurant.

Wat is de persoonsvorm?

Isa loopt naar het wokrestaurant.

Wat is het onderwerp?

Wij fietsen een rondje om het meer.

Wat is de persoonsvorm?

Wij fietsen een rondje om het meer.

Wat is het onderwerp?

Zelfstandig werken

Je gaat zelfstandig aan de slag met de opdrachten op het opdrachtenblad.

Werk netjes en lees goed wat je moet doen.

Hoe: Je werkt zo veel mogelijk alleen en je mag zelf je volgorde bepalen.

Nodig: Je boek, een schrift, (markeer)pen en kleurtjes

Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag.