30 oktober 1Q

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

WELKOM

3 Kader

Welkom bij Nederlands

Telefoon in je tas

Tekst

Op je tafel: leesboek,lesboek, schrift en  chromebook

Lezen

Vandaag:

• bespreken van de toets
• taal §1 moedertaal
• korte pauze
• garmmatica § 3 onderwerp
• huiswerk
• einde les

Toets lezen 

bespreken van de toets

Taal § 1 moedertaal

Ik kan/weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.

Korte pauze!

Grammatica §3 onderwerp

Ik kan :

het onderwerp in de zin vinden

Persoonsvorm (pv)

In elke zin staan werkwoorden.

Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of is/wordt.

Eén van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv).

De persoonsvorm is dus altijd een werkwoord!

Persoonsvorm vinden, hoe doe je dat?

1. Maak van de zin een vraag.
2. Zet de zin in een andere tijd.
3. Verander het getal van de zin.

Zinsdeelproef, hoe doe je dat?

Stap 1: zoek de pv

Stap 2: zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen

Stap 3: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.  

Stap 4: zet de zinsdeelstrepen!

TIP: Alle woorden die VOOR de persoonsvorm staan, zijn één zinsdeel!

Wat is een pv altijd?

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. Werkwoord

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
Wat is de pv?

1. kinderen
2. vinden
3. persoonsvorm
4. deze

Herhaling: onderwerp

• Onderwerp = zinsdeel  
• Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar
  --> ze zijn óf allebei enkelvoud óf allebei meervoud
• 2 manieren om het ow te vinden:
  1. Wie/wat + persoonsvorm?
  2. Verander de pv van getal. Het zinsdeel dat ook verandert = het onderwerp.

Onderwerp vinden

Voorbeeld:

Isa loopt naar het wokrestaurant. 

1. PV zoeken via tijdproef: Isa liep naar het wokrestaurant. 

PV = loopt

Het antwoord op die vraag is het onderwerp. 

Onderwerp vinden

Voorbeeld:

Isa loopt naar het wokrestaurant. 

2. Je stelt de vraag: WIE of WAT + PV?

Dus: WIE/WAT loopt?

Isa loopt? ISA is het onderwerp.

Wat is het onderwerp?
Vuur creëert brand in het bos.

1. Bosbrand
2. Bos
3. Brand
4. Vuur

Wat is het onderwerp?
Het lieveheersbeestje staat voor de stichting TegenZinloosGeweld.

1. Het lieveheersbeestje
2. De stichting TegenZinloosGeweld
3. De dood van Meindert Tjoelker
4. KidsTegenGeweld

Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.

1. Onderwerp
2. Pooldieren
3. Kozen
4. Ze

Wat is het onderwerp?

Ik leer het onderwerp te vinden.

1. Ik
2. leer
3. het onderwerp
4. vinden

Wat is het onderwerp?
The Voice of Holland is een kijkcijferhit bij mediabedrijf Talpa.

1. is
2. kijkcijferhit
3. mediabedrijf Talpa
4. The Voice of Holland

Wat is het onderwerp?
Voeding voor baby's is zeer gevarieerd.

1. Baby's
2. Voeding voor baby's
3. zeer
4. Voeding

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.

1. Marina
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

apps.noordhoff.nl

Maken

We maken samen opdracht 1

Maken/huiswerk

Maak cursus 5 paragraaf 3 onderwerp

Opdracht 2 + 3

Vanuit je werkboek in je schrift

Einde les.

Schuif je stoel netjes aan en zet je tafel recht.