H8.3 - Je bloed vervoert

Deze les
  • Start van de les
  • Uitleg Tweede deel H8.3 + H8.4 Bloedsomlopen
  • Werken aan opdrachten
  • Afsluitende vragen (lessonup)
  • Einde van de les
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Start van de les
  • Uitleg Tweede deel H8.3 + H8.4 Bloedsomlopen
  • Werken aan opdrachten
  • Afsluitende vragen (lessonup)
  • Einde van de les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
Opdracht:
H8.3 
  • Lees "Hoe komen stoffen bij je cellen?" 
  • Maak opdrachten 10 en 11 + toepassen opdrachten 13, 14 en 15
H8.4
  • Lees "Hoe stroomt je bloed?"
  • Maak opdrachten 3, 4 en 5 
Hulp/Controle?  Bij vragen of voor controle: Kom naar voren!
Werken:
  • Zelfstandig of met je buurman/buurvrouw (Overleg mag in fluistertoon)
Klaar?  Laat je werk controleren. Als dit goed is, kan je STIL iets voor jezelf doen

timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Wat is de functie van bloedplasma?
A
afvoeren van urine
B
maken van een korstje
C
vervoeren van stoffen
D
verwerken van afvalstoffen

Slide 25 - Quizvraag

wat is de functie van een witte bloedcel
A
bloedstolling
B
afweer tegen ziekte verwekkers
C
zuurstof transport

Slide 26 - Quizvraag

Wat doet hemoglobine?
A
Vervoert witte bloedcellen
B
Vervoert zuurstof
C
Maakt ziekteverwekkers onschadelijk
D
Zorgt voor bloedstolling

Slide 27 - Quizvraag

Slagaders hebben....
A
Dunne wanden en hartkleppen
B
Dikke wanden en aderkleppen
C
Dikke wanden en geven een kloppend gevoel
D
Dunne wanden en geven een kloppend gevoel

Slide 28 - Quizvraag

Aders hebben kleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de functie van haarvaten?
A
Ze geven zuurstof af aan de organen
B
Ze geven zuurstof af aan het bloed
C
Ze zorgen voor extra bloed bij een grote bloeding
D
Ze zorgen voor de groei van de haren.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de naam van bloedplasma wanneer dat buiten het haarvat zit?
A
Plasma
B
Cytoplasma
C
Weefselvloeistof
D
Weefselplasma

Slide 31 - Quizvraag

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 32 - Quizvraag

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 33 - Sleepvraag

bloed vanaf de cellen, zuurstof arm
bloed naar de cellen, zuurstofrijk
uitgeademde lucht, met veel koolstofdioxide
bloed vanaf de cellen met veel koolstofdioxide
bloed naar de cellen met weinig koolstofdioxide

Slide 34 - Sleepvraag

2 kenmerken per foto
Wand 1 cellaag dik
Dikke, gespierde wand
Bevat kleppen
Bloed stroomt hier van het hart weg
Bloed stroomt hier naar het hart toe
Via deze vaten, stroomt bloed door organen

Slide 35 - Sleepvraag

Huiswerkopdrachten
H8.3 
Lees "Hoe komen stoffen bij je cellen?" 
Maak opdrachten 10 en 11 + toepassen opdrachten 13, 14 en 15
H8.4
Lees "Hoe stroomt je bloed?"
Maak opdrachten 3, 4 en 5 

Slide 36 - Tekstslide