Landschappen vervolg

Natuurlandschap
Wat is reliëf?
Wat hebben de grondsoorten te maken met het landschap?
Oefenen: atlasgebruik

Landschappen: les 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Natuurlandschap
Wat is reliëf?
Wat hebben de grondsoorten te maken met het landschap?
Oefenen: atlasgebruik

Landschappen: les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert: 
  1. Wat is reliëf?
  2. Welke grondsoorten zijn er?
  3. Wat hebben de grondsoorten te maken met het landschap?
  4. Oefenen: atlasgebruik



Slide 2 - Tekstslide

Landschap
Hier zie je Nederland. 
Nederland is, net als alle landen, gevormd door langzame natuurprocessen op aarde. 
Zo kreeg Nederland 4 grondsoorten. 
De Noordzee nam zeeklei mee. Als Nederland overstroomde (toen Nederlanders nog geen dijken hadden gebouwd) bleef dit achter op het land, zoals in de provincie Zeeland. 
De rivieren zoals de Maas, Waal en Rijn stroomden vaak over, en brachten rivierklei mee vanuit andere landen. 

Bergen zoals de Alpen brokkelden in miljoenen jaren af tot zandkorrels en löss. 
En dikke lagen dode plantenresten in vormden de grondsoort veen. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke 4 grondsoorten ken jij?

Slide 4 - Open vraag

Gevolgen van grondsoorten
Zandgrond laat veel vocht door, is minder vruchtbaar dan rivierklei. Daarom groeien er andere palnten en leven er andere dieren. 
Kleigrond is juist erg vruchtbaar, maar kan hard zijn en water kan er slecht doorheen. Zo bepaalt de grond het landschap.

Slide 5 - Tekstslide

Zandgrond: de wortels van gras groeien makkelijk door de grond
Kleigrond: hard geworden door de zon en gebrek aan water. De wortels kunnen er niet doorheen groeien...

Slide 6 - Tekstslide

Relief
Hoe hoog of laag een landschap is noem je relief. 
Je ziet op dit kaartje waar er delen van het land hoog zijn.   
Daar zijn heuvels. 
Lees en bekijk goed!

Slide 7 - Tekstslide

Wat heeft ijs met heuvels in Midden- Nederland te maken?

Slide 8 - Open vraag

Hoe ontstaat zand?
Wat heeft water hiermee te maken?

Slide 9 - Open vraag

Wat hebben rotsen in de bergen ermee te maken?

Slide 10 - Open vraag

Neem blz. 25 van de atlas: landschappen voor je.
Noem 4 rivieren op.

Slide 11 - Open vraag

Neem blz. 25 van de atlas voor je: landschappen.
De stad AMSTERDAM ligt op...
A
Kleilandschap
B
Veenlandschap
C
Losslandschap
D
Zandlandschap

Slide 12 - Quizvraag

Neem blz. 25 van de atlas voor je: landschappen.
De stad ENSCHEDE ligt op...
A
Kleilandschap
B
Veenlandschap
C
Losslandschap
D
Zandlandschap

Slide 13 - Quizvraag

Neem blz. 25 van de atlas voor je: landschappen.
De stad MAASTRICHT ligt op...
A
Kleilandschap
B
Veenlandschap
C
Losslandschap
D
Zandlandschap

Slide 14 - Quizvraag

Neem blz. 25 van de atlas voor je: landschappen.
De stad MIDDELBURG ligt op...
A
Kleilandschap
B
Veenlandschap
C
Losslandschap
D
Zandlandschap

Slide 15 - Quizvraag

Waddeneilanden
De Waddeneilanden zijn nog het beste natuurlandschap gebleven, al leven er wel mensen en komen er veel toeristen. Er zijn Waddeneilanden waar geen mensen mogen komen? 
En wist je dat Duitsland ook Waddeneilanden heeft? 

Slide 16 - Tekstslide

Neem blz. 25 van de atlas voor je.
Noem de 5 Waddeneilanden

Slide 17 - Open vraag

Neem blz. 12 van de atlas voor je.
Welke twee namen van de vuurtorens kan je ontdekken?

Slide 18 - Open vraag

Cultuurlandschap
Natuurlandschap

Slide 19 - Sleepvraag

Oefen dit even in. Sleep de naam van het natuurlandschap naar de juiste foto.
Toendralandschap
Kustlandschap
Boslandschap
Moeraslandschap
Berglandschap

Slide 20 - Sleepvraag

Welke 5 soorten natuurlandschappen ken jij allemaal?

Slide 21 - Open vraag

Oefen dit even in. Sleep de naam van het cultuurlandschap naar de juiste foto.
Landbouwlandschap
Industrielandschap
Stedelijk
landschap
Toeristisch landschap

Slide 22 - Sleepvraag

Welke soorten cultuurlandschappen ken jij allemaal?

Slide 23 - Open vraag

Ik heb mijn stroomschema al klaar voor de kennistest van vrijdag!
A
Ja
B
Nee
C
Bijna!
D
Uhhhhh....

Slide 24 - Quizvraag

Bedankt voor je inzet. 
Schuif je stoel aan, vergeet niets, verlaat het lokaal rustig. 

Slide 25 - Tekstslide