Interpunctie

Vandaag
Interpunctie - Waarom belangrijk?

Enkelvoudige en meervoudige zinnen
Interpunctie - De regels
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Interpunctie - Waarom belangrijk?

Enkelvoudige en meervoudige zinnen
Interpunctie - De regels

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent het verschil tussen enkelvoudige en meervoudige zinnen.
  2. Je kunt benoemen welke leestekens er zijn.
  3. Je kunt alle leestekens correct in een zin plaatsen.
  4. Je kunt uitleggen welke regels er zijn voor het plaatsen van een komma.

Slide 2 - Tekstslide

Enkelvoudige zinnen
Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm


Op donderdag ben ik vrij.

Mijn collega’s werken dan wel.


Slide 3 - Tekstslide

Meervoudige zinnen
Een samengestelde zin heeft meerdere persoonsvormen.

Op donderdag ben ik vrij, maar mijn collega’s werken wel

Slide 4 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Hoofdzinnen: Zelfstandig te gebruiken
Samengesteld: voegwoorden 'en', 'maar', 'of', 'want', 'dus'.

Bijzinnen: altijd samen met hoofdzin
Voegwoorden: zodat, omdat, doordat, opdat, totdat, nadat, hoe, terwijl.
Of verwijswoorden: (die, dat, wie, wat, welke)
Of een komma

Slide 5 - Tekstslide

Wegvallen van de interpunctie bij langere zinnen

"In mijn vrije tijd ga ik graag fietsen, omdat ik van sporten hou en ook game ik veel met vrienden of alleen soms ga ik ook voetballen met vrienden als het kan."




Slide 6 - Tekstslide

Hoe voorkom je dit nou?
Probeer je zinnen kort te houden, hoe korter hoe simpeler. 
Besef je dat een bijzin ook kan functioneren als een aparte zin.

"Ik ben veel gaan sporten, omdat de dokter mij dit adviseerde"
"Ik ben veel gaan sporten. De dokter adviseerde mij dit."

Slide 7 - Tekstslide

Hoe voorkom je dit nou?
Op 3F-niveau is samenhang belangrijk.
   - Sluiten de zinnen logisch op elkaar aan? 
   - Is er een helder verband tussen de (bij)zinnen?

Interpunctie speelt hierbij een cruciale rol!

Slide 8 - Tekstslide

Interpunctie (leestekens)
Maakt een langere tekst leesbaar



!?.,Aa:"

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 10 - Open vraag

Waar gebruik je een komma voor?

Slide 11 - Open vraag

Komma (1)
Geeft een 'pauze' in een zin aan

'Ik wilde een serie gaan kijken, maar ik moest mijn vader nog helpen met klusjes in de tuin.'

Slide 12 - Tekstslide

Komma (2)
Bij het koppelen van een hoofdzin en bijzin:
We gaan morgen verhuizen, dus moeten we nu alles inpakken.
Bij hoofdzinnen met de voegwoorden:
Maar, of, want, noch, doch.             (NOOIT voor 'en'.)
Tussen twee persoonsvormen:
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Opsommingen:
In de dierentuin vind je dieren zoals: leeuwen, tijgers, olifanten en ijsberen.

Slide 13 - Tekstslide

Waar gebruik je een punt voor?

Slide 14 - Open vraag

Punt (1)
Aan het eind van bijna elke zin:
De cliënt is gisteren opnieuw opgenomen.
Overigens is meneer Van Daalen gisteren zijn medicatie vergeten in te nemen.

Niet altijd:
Als de zin een vraag is: vraagteken (?).
Als de zin uitgeroepen zou worden (!).
Als de zin een titel is. Het huisje dat niet wilde verhuizen


Slide 15 - Tekstslide

Punt (2)
Afkortingen
o.a. > onder andere

Niet allemaal:
Lengtes en maten (10km, 15kg)
dhr. (titels/aanhef)


Slide 16 - Tekstslide

Waar gebruik je een uitroepteken voor?

Slide 17 - Open vraag

Interpunctie oefenen
de onschendbaarheid van het leven betekent dat je nooit het leven van een ander mag aantasten zoals ik natuurlijk ook niet wens dat iemand een einde aan het mijne maakt overtuigingen of zienswijzen mogen nog zo uiteenlopen nooit zal dit een moord kunnen rechtvaardigen elk leven is heilig

Slide 18 - Tekstslide

Het goede antwoord!
De onschendbaarheid van het leven betekent dat je nooit het leven van een ander mag aantasten, zoals ik natuurlijk ook niet wens dat iemand een einde aan het mijne maakt. Overtuigingen of zienswijzen mogen nog zo uiteenlopen, nooit zal dit een moord kunnen rechtvaardigen. Elk leven is heilig.

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een ':' dubbele punt?

Slide 20 - Open vraag

Dubbele punt:
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte.

Begin daar ook op tijd mee, want, zoals onze voorvaders het zagen: 'onder in het vat komt zuinigheid te laat'.

Slide 21 - Tekstslide

De puntkomma
Enkel wanneer twee hoofdzinnen aan elkaar gekoppeld worden:

De race is al bijna afgelopen; het blauwe team staat op grote voorsprong.

Meestal kun je ; vervangen door: en, maar, of, want, noch, doch.

Slide 22 - Tekstslide